Iran heeft de import van buitenlandse beveiligingssoftware verboden om zo de eigen systemen tegen aanvallen te beschermen. "De veiligheid in cyberspace kan niet worden beschermd door het gereedschap van de vijand te gebruiken. Hardware, software en protocollen die door de vijanden in cyberspace zijn ontwikkeld, zijn niet tegen hen te gebruiken, dus moeten we zelf deze kennis vergaren", aldus Brigadegeneraal Gholamreza Jalali.

De generaal liet weten dat er een nieuw verdedigingsmodel voor cyberspace nodig is, dat uit vier onderdelen bestaat: content en sociale netwerken, defensienetwerk tegen buitenlandse dreigingen, aanvalsmogelijkheden en een eigen cyberdefensie industrie.

Lokaal
Jalali krijgt bijval van de minister van Informatie en Communicatie Technologie, Reza Taghipour. Die stelt dat er geen buitenlandse beveiligingssoftware het land meer inkomt en dat Iran op de eigen software zal vertrouwen, die door lokale ontwikkelaars is gemaakt. Deze lokale beveiligingsprogramma zouden steeds beter worden. Daarnaast zouden buitenlandse virusscanners en firewalls niet te vertrouwen zijn.

Dit weekend kwam het Iraanse persbureau Fars nog met het verhaal dat Iran vanwege de verschillende internationale sancties juist moeite heeft om anti-virus software te verkrijgen, en daardoor kwetsbaar voor cyberaanvallen zou zijn.