De Amerikaanse toezichthouder op de luchtvaart heeft zes plekken aangewezen voor het testen van commerciële drones. De plekken zijn onderdeel van een programma om veiligheidsregels en operationele richtlijnen voor het gebruik van drones op te stellen. Deze regels zouden er eind 2015 moeten zijn.

Naast het leger zijn namelijk ook overheden, bedrijven, boeren, universiteiten en anderen van plan om drones te gaan gebruiken. Onlangs kondigde Amazon nog het plan aan om pakketjes via drones te gaan bezorgen. Het commercieel gebruik van drones is op dit moment nog niet door de Federal Aviation Administration (FAA) goedgekeurd.

Het kiezen van testplekken in de staten Alaska, Nevada, New York, North Dakota, Texas en Virginia moet helpen om daar verandering in te brengen. De plekken werden gekozen op basis van ligging, klimaat, geografie. grondinfrastructuur, gebruik van het luchtruim en luchtvaartervaring. In totaal hadden 24 staten een verzoek ingediend om als testplek te worden uitgekozen.

Privacy

Volgens de FAA is bij het kiezen van de testplekken ook rekening met de privacyzorgen gehouden die drones met zich meebrengen. Zo moeten de testplekken een plan voor het gebruik en de opslag van de verzamelde data hebben, en moeten ze jaarlijks hun privacybeleid laten controleren. Bij de Amerikaanse burgerrechtenbeweging ACLU zijn er echter niet gerust op.

"We zijn blij dat de FAA in de testgebieden het belang van privacybescherming erkent, maar het vereisen dat elke plek een privacybeleid heeft is geen garantie dat elke plek ook daadkrachtig de privacy zal beschermen", aldus Catherine Crump van de ACLU. "Op een dag zullen drones in het Amerikaanse luchtruim normaal zijn en voordat dit gebeurt is het belangrijk dat het congres sterke, natiebrede privacyregels instelt."

Naar verwachting zal het grootste deel van de commerciële drone-industrie op de landbouw en politie gericht zijn. Het inschakelen van een helikopter kan honderden dollars per uur kosten, terwijl een drone al voor 25 dollar de lucht in kan worden gestuurd.