Vorig jaar vonden er in de EU 51 grote 'cybersecurity-incidenten' plaats, maar in de meeste gevallen waren het geen hackers, maar defecte hard- en software die de storingen veroorzaakten. De 51 incidenten werden door 11 landen gerapporteerd, terwijl 9 landen met geen enkel groot incident te maken kregen. De meeste incidenten hadden betrekking op mobiele telefonie en mobiel internet, zo stelt ENISA, het Europees agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging.

Defecte hardware en software was de voornaamste oorzaak van storingen in mobiele netwerken. Het aantal incidenten ligt veel hoger dan bij vaste telefonie en internet. "Dit kan het resultaat zijn van de grotere complexiteit, mindere redundantie, of vanwege het feit dat meer moderne netwerken hardware en software gebruiken die minder volwassen en minder betrouwbaar is", aldus ENISA.

Werknemers
Naast hardware en software, zijn ook werknemers de oorzaak van sommige incidenten, al dan niet met opzet. Een werknemer van een telefoonaanbieder maakte een configuratiefout, waardoor uitgaande internationale telefoongesprekken naar West-Europese landen vier uur lang niet meer mogelijk waren.

Een ander incident werd veroorzaakt door vandalisme door een voormalige werknemer van een DSL-aanbieder. De werknemer zette een switch in de brand die voor de internetverbinding van 10.000 mensen werd gebruikt. Na 36 uur was de swich vervangen en hadden de abonnees weer internet. Bij een andere telecomaanbieder zorgde een defecte software update ervoor dat de helft van alle klanten acht uur niet konden bellen of internetten.