Nederlandse geheime diensten mogen voortaan pas met buitenlandse diensten samenwerken en bulkdata uitwisselen nadat de minister daar zelf schriftelijk toestemming voor heeft gegeven. Dat kondigde Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk gisteren aan in het debat over het afluisteren door de NSA.
Volgens Plasterk hebben de onthullingen van Edward Snowden het werk van de inlichtendiensten bemoeilijkt. “Als gevolg van onthullingen in de pers over een bepaalde manier van werken, degenen die wij in de gaten willen houden hun gedrag aanpassen." "Dit soort onthullingen wordt niet alleen gelezen door de leden van het parlement, maar natuurlijk ook door mensen die daarop hun gedrag aanpassen. Daarmee wordt de efficiëntie van het inlichtingenwerk gereduceerd, wat schade oplevert.”
Het vertrouwen in de partners heeft volgens Plasterk door alle schandalen wel een deuk opgelopen. “Je kunt het terrorisme bestrijden, maar waarom je dan de telefoongesprekken van de paus van Rome en van Angela Merkel moet afluisteren, is mij niet duidelijk. Dat had ook niet moeten gebeuren.“ “Ik ga niet feestelijk doen over een massief lek in een internationale veiligheidsdienst, want dat schaadt ook de Nederlandse en andere diensten.” Volgens hem is het verder een kwestie van “uitdeuken en ondertussen doorrijden.”
Plasterk en Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie benadrukten in het debat dat internationale samenwerking tussen de geheime diensten nog altijd belangrijk is voor onze veiligheid. Door deze samenwerking is het volgens Plasterk is al bijna tien jaar dat er grote aanslagen plaatsvonden in Amerika en Europa.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.