Het PRISM-programma van de NSA zou een aanslag in Nederland hebben voorkomen, zo blijkt uit een verslag van de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten dat gisteren online verscheen, maar concrete details ontbreken. Ook is onduidelijk wat er in Nederland met de informatie is gedaan.
Vorig jaar juni liet de NSA al weten dat er dankzij het PRISM-surveillanceprogramma wereldwijd 54 aanslagen waren voorkomen, waarvan 25 in Europa. Volgens de commissie, die op 3 juli vorig jaar hierover door de ministers van Defensie en Binnenlandse Zaken werd ingelicht, zou het om 26 verijdelde aanslagen gaan, waaronder één in Nederland.
Zowel in het geval van de NSA als in de vermelding door de commissie worden er nauwelijks details gegeven. Iets waardoor de NSA vorig jaar al onder vuur kwam te liggen. In het geval van de verijdelde aanslag in Nederland blijft echter onbekend waar die tegen was gericht en wat er met de informatie is gedaan. Zo is onbekend of er mensen zijn aangehouden.
Hoewel de NSA de surveillanceprogramma's opvoert als belangrijk middel om aanslagen te voorkomen, bleek uit onderzoek door de New America Foundation dat bij veel verijdelde aanslagen in de VS niet de surveillanceprogramma's van de NSA, maar traditioneel opsporingswerk de belangrijkste rol speelde.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.