De Belastingdienst stopt met het overtreden van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) door niet langer van alle huurders in Nederland de inkomensgegevens te gebruiken voor de de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging. Dat laat het College bescherming persoonsgegevens weten.
Vorig jaar bleek uit onderzoek van de privacywaakhond dat de Belastingdienst de gegevens van alle huurders in Nederland gebruikte voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging terwijl de inkomensafhankelijke huurverhoging niet voor alle huurwoningen geldt. Zo is deze niet van toepassing op huurhuizen in de vrije sector en op huurwoningen waarvoor al de maximale huurprijs wordt betaald. Ten minste twaalf procent van de woningen had niet in het bestand opgenomen mogen worden. Dit was bovenmatig en daarmee onrechtmatig, aldus het CBP.
De Belastingdienst heeft naar aanleiding van het onderzoek maatregelen genomen om de privacy van huurders te waarborgen en ervoor te zorgen dat verhuurders niet zonder noodzaak inkomensgegevens opvragen. Dit heeft voor een vermindering gezorgd van het betreffende woningenbestand met 750.000 woningen. Ook krijgen huishoudens bericht van de Belastingdienst als hun verhuurder voor hun woonadres een indicatie over alle gezamenlijke inkomensgegevens in een huishouden heeft opgevraagd.
Met de inkomensafhankelijke huurverhoging wordt geprobeerd om het zogeheten scheefwonen tegen te gaan bij midden- en hogere inkomens en hiermee de doorstroming op de huurmarkt te bevorderen. Dit gebeurt door de huurprijsverhoging te koppelen aan het huishoudinkomen. In 2013 is hiervoor een wetsvoorstel aangenomen dat inmiddels van kracht is.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.