Het uitwisselen van gegevens met de NSA is van groot belang voor de nationale veiligheid, aldus Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), die zich bevestigt voelt in het standpunt dat de Staat niet onrechtmatig handelt door met de Amerikaanse geheime dienst samen te werken en gegevens uit te wisselen.
De minister reageert op het vonnis dat de rechtbank Den Haag gisteren uitsprak in een zaak die door een coalitie van burgers en organisaties tegen de Staat was aangespannen en waarin de uitwisseling van gegevens tussen Nederlandse en buitenlandse diensten centraal stond.
Het vonnis neemt niet weg dat gegevensuitwisseling met buitenlandse inlichtingendiensten deel zal uitmaken van nieuwe regelgeving die het kabinet voorbereidt in het kader van de herziening van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) uit 2002. Deze wet vormt het wettelijke kader voor de Nederlandse geheime diensten en regelt de bijzondere bevoegdheden van deze diensten.
Aanleiding voor deze herziening zijn onder andere de evaluatie van de Wiv 2002 en het rapport van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD) van 5 februari 2014 over de verwerking van telecommunicatiegegevens door de AIVD en MIVD.
Van de rechtbank mogen de inlichtingendiensten AIVD en MIVD gegevens blijven uitwisselen met de NSA. Het kan zijn dat de gegevens zijn verzameld met de inzet van bevoegdheden waarover de Nederlandse diensten niet beschikken. Maar hiermee overtreedt Nederland geen internationale verdragen of nationale regelgeving, zo liet de rechter weten.
Ook kan van volgens de rechtbank niet van Nederlandse diensten worden gevraagd de samenwerking met buitenlandse diensten op het spel te zetten louter op grond van onbekendheid met de werkwijze en de kans dat Nederland informatie ontvangt op een manier die hier niet is toegestaan. "De nationale veiligheid geeft hier de doorslag", aldus de rechtbank gisteren.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.