Microsoft gaat vandaag in beroep tegen een gerechtelijk bevel waardoor de softwaregigant gedwongen wordt om de inhoud van e-mails die op overzeese servers staan aan de Amerikaanse autoriteiten af te staan. Het gaat dan om e-mails die zich in het Ierse datacentrum van Microsoft in Dublin bevinden.
Volgens Microsoft moet het bevel worden ingetrokken, omdat het de Amerikaanse overheid buitensporige bevoegdheden geeft om in privégegevens van mensen te grasduinen. De juridische bescherming die voor persoonlijke gesprekken geldt, zou ook voor nieuwe vormen van digitale communicatie moeten gaan gelden, zoals e-mails, chat- en sms-berichten, aldus de softwaregigant.
"Microsoft vindt dat je de eigenaar van e-mails bent die in de cloud zijn opgeslagen, en dat ze dezelfde privacybescherming als papieren brieven horen te hebben die via de post worden verstuurd", zegt Microsoft-topman Brad Smith in een ingezonden artikel in de Wall Street Journal. Hij voegt eraan toe dat als de rechter een zoekbevel afgeeft, dit alleen voor data zouden moeten gelden die zich op Amerikaans grondgebied bevinden, en niet voor data die in het buitenland zijn opgeslagen.
De federale hoofdaanklager Preet Bharara stelde eerder dat Microsoft wel degelijk verplicht is om gegevens af te staan, ongeacht waar Microsoft besloten heeft om ze op te slaan. Bharara wijst daarbij naar een statuut uit 1986, waar geen uitzondering is opgenomen voor gegevens die in het buitenland zijn opgeslagen.
De Amerikaanse magistraatrechter James Francis stelde in april ook al dat de ontvanger van een dagvaarding de informatie die het bezit moet afstaan, ongeacht de locatie van die informatie. Microsoft tekende beroep aan tegen de beslissing van Francis. Een uitspraak in deze zaak zal waarschijnlijk over enkele maanden volgen en er kan nog bij het hooggerechtshof in beroep tegen worden gegaan.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.