Naast The New York Times beweert ook The Wall Street Journal dat het door Chinese hackers is gehackt, zo laat de krant weten. De hackers wisten toegang tot de computersystemen te krijgen, om zo de verslaggeving over China te monitoren, zo vermoedt de krant. Ook bij de aanval op The New York Times zou een bericht over de Chinese premier aanleiding voor de aanvallen zijn geweest.
Tot nu toe verzameld bewijs suggereert dat één groep achter de aanvallen op de mediabedrijven zit, maar details zijn schaars. De Wall Street Journal stelt dat de aanvallers wilden achterhalen wie de bronnen van de journalisten zijn die de berichten over China en de Chinese premier Wen Jiabao schreven.
Aanvallen
Ook persbureau Bloomberg zegt aangevallen te zijn, maar benadrukt dat de aanvallers niet wisten binnen te dringen. Persbureau Reuters zou in augustus twee keer zijn gehackt, maar een woordvoerster kon niet bevestigen wie er achter de aanvallen zat.
Een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken stelt dat hackingaanvallen lastig aan een land zijn toe te schrijven en dat speculatie onverantwoord en onprofessioneel is. Daarnaast zouden de Chinese autoriteiten het aanpakken van cyberaanvallen zeer serieus nemen.
De Wall Street Journal heeft de afgelopen weken de netwerkbeveiliging verder aangescherpt. Het is bij beide aanvallen nog altijd onduidelijk hoe de hackers toegang tot de systemen wisten te krijgen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.