Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken wil niet openbaar maken hoeveel personen en organisaties door de AIVD zijn afgeluisterd, ook al was de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) wel voorstander van openbaarmaking.
Dat staat in een vandaag gepubliceerd rapport van de CTIVD over het afluisteren van telefoon- en internetverkeer en het onderscheppen en doorzoeken van satellietcommunicatie (sigint). De Commissie wilde aangeven tegen hoeveel personen en organisaties de AIVD in de onderzoeksperiode gemiddeld per kwartaal de afluisterbevoegdheid heeft ingezet en hoeveel sigint-operaties er hebben plaatsgevonden. De minister heeft deze aantallen uit het openbare rapport verwijderd met een beroep op de geheimhoudingsplicht.
De aantallen zouden volgens de bewindsman zicht geven op de actuele werkwijze van de AIVD en daarmee als staatsgeheim moeten worden aangemerkt. De Commissie stelt echter dat de publicatie van deze aantallen een bijdrage kan leveren aan de openbare verantwoording van de AIVD, zonder dat hierbij staatsgeheime informatie wordt prijsgegeven. De CTIVD betreurt dan ook dat Plasterk een andere keuze heeft gemaakt. Wel mag de Commissie laten weten dat het gemiddeld aantal afgeluisterde personen en organisaties met 11% is toegenomen ten opzichte van het vorige onderzoeksjaar.
Uit het rapport komt verder naar voren dat een aantal afluisteroperaties van de AIVD in de periode van september 2012 tot en met augustus 2013 onrechtmatig was. Zo werd er onder andere bij twee operaties langer afgeluisterd dan toegestaan was en is bij vier operaties de afluisterbevoegdheid tegen mensen die geen doelwit waren ten onrechte niet op hun naam gezet, maar op de naam van het doelwit zelf. Hoewel Plasterk het aantal afgeluisterde personen niet wil vrijgeven, neemt hij wel de aanbevelingen van de CTIVD over.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.