Uit onderzoek van de AIVD blijkt dat er geen aanwijzingen zijn dat Nederlandse bedrijven en instellingen slachtoffer van de geavanceerde spionagemalware Regin zijn geworden. Dat heeft minister Plasterk van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer laten weten. De minister verstuurde de brief vanwege vragen van SP-Kamerlid Van Raak. Regin werd onlangs door anti-virusbedrijven onthuld en zou al jaren voor spionage zijn gebruikt.

Het Delftse beveiligingsbedrijf Fox-IT claimde dat Regin door de Amerikaanse inlichtingendienst NSA en Britse inlichtingendienst GCHQ is ontwikkeld. Plasterk merkt op dat in het geheim uitgevoerde inlichtingenactiviteiten in en tegen Nederland niet toelaatbaar zijn. "De AIVD en de MIVD zijn elk opgedragen deze activiteiten te onderkennen en tegen te gaan. Daarnaast ondersteunt en adviseert de AIVD belangendragers bij het versterken van hun weerstand tegen spionage."

De minister benadrukt dat er van 'wegkijken' bij het aantreffen van spionagesoftware, zoals werd gesuggereerd door Van Raak, geen sprake is. "Cybercriminaliteit en cyberspionage zijn de grootste bedreigingen voor onze digitale wereld", laat Plasterk weten. Hij wil echter niet zeggen of Regin tegen Belgacom en de Europese Unie is ingezet. Fox-IT verklaarde onlangs dat het Regin bij Belgacom had aangetroffen en The Intercept kwam met het nieuws dat de Europese Unie via de spionagemalware was aangevallen.

Op de vraag of Nederland de VS en Groot-Brittannië over Regin zal aanspreken schrijft de minister het volgende: "In het algemeen zullen Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten buitenlandse diensten aanspreken indien sprake is van geconstateerde inbreuken op Nederlandse belangen. Over de inhoud van dergelijke contacten kan ik in het openbaar geen mededelingen doen."