Heb jij een uitdagende vraag over beveiliging, recht en privacy, stel hem aan ICT-jurist Arnoud Engelfriet. Arnoud geeft elke week in een artikel antwoord op een interessante vraag. Vanwege het grote aantal inzendingen kunnen niet alle vragen beantwoord worden.
Vraag: Bij recente artikelen werd door sommigen aangekaart dat DDoS net zoiets is als 'fysiek' protesteren voor de deur van het bedrijf in kwestie en dus legaal zou moeten zijn. Maar hoe zit dat nu juridisch, wat mag er wel en wat mag er niet met een protest?
Antwoord: Antwoord: Een (distributed) denial of service- of (D)DoS-aanval is een strafbaar feit, een misdrijf zelfs. Maar in uitzonderlijke omstandigheden kán het toch legaal zijn met zo'n strafbaar feit je mening te uiten.
De vrijheid van meningsuiting, iets preciezer gezegd de uitingsvrijheid, is een grondrecht. Hoewel dit recht mag worden ingeperkt, kun je er vér in gaan. Het maatschappelijk belang van je uiting weegt daarbij zwaar. Hoe ernstiger de misstand of de kwestie is waar je het over wil hebben, hoe meer je mag.
In 2012 probeerde Shell via een kort geding actievoerders van Greenpeace te laten verbieden protestacties bij pompstations uit te voeren. Bij die acties werden vulpistolen aan elkaar gebonden met fietssloten, waardoor er enige tijd niet getankt kon worden, zodat de pomphouders financiële schade leden. Een fysieke DoS dus.
De rechter vond dit legaal: "Het enkele feit dat een dergelijke actie hinder of schade oplevert voor het bedrijf waartegen de actie zich richt, in dit geval Shell, maakt een dergelijke actie niet onrechtmatig." Pas na een belangenafweging mag de rechter concluderen dat er mogelijk sprake is van illegaal handelen. Hoe zwaar weegt de mening die de demonstranten uiten, en hoe zwaar is de inbreuk op de eigendomsrechten en ondernemersvrijheid van de Shell-pomphouders?
Als belangrijke eis formuleerde de rechter daarbij de eis dat vooraf de actie moest worden gemeld, inclusief contactpersoon bij de organisatie. De acties moesten in tijd beperkt worden. En schade toebrengen mocht alleen als er geen enkel effectief middel meer was om zónder schade het punt duidelijk te maken. Dit leek sterk op de belangenafweging die de rechter in 2000 maakte bij een rechtszaak over het blokkeren van kerntransporten bij wijze van protest.
Voor de deur staan bij een anonieme blokkendoos op een afgelegen bedrijventerrein gaat 'm niet worden, en e-mails sturen zal ook waarschijnlijk weinig resultaten opleveren. (Je moet het wel proberen.) Dus hoe maak je dán duidelijk dat je écht boos bent over wat dat bedrijf doet?
De DDoS moet wel, zoals hierboven blijkt, aan de nodige eisen voldoen. Een aankondiging en contactpersoon zijn nodig, en de actievoerende
organisatie moet grenzen stellen aan wat ze gaan doen. Liever een uur dan een week een DDoS, liever op de homepage dan op de backend en graag op een moment waarbij de schade niet meteen in de miljoenen loopt. Dan zou het punt duidelijk moeten zijn; escalatie kan altijd nog.
Arnoud Engelfriet is ICT-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.