Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken laat weer een onderzoek naar de invoering van de stemprinter en stemmenteller uitvoeren, zo heeft de minister in een brief aan de Tweede Kamer laten weten. Eind december 2013 kwam de commissie Van Beek met het advies om een stemprinter en stemmenteller in te voeren. Stemmen gebeurt hierbij met een stemprinter waarmee de kiezer zijn keuze bepaalt en waarmee een papieren stembiljet wordt geprint. De stemprinter slaat de stem niet op en telt ook geen stemmen. Tellen gebeurt door de papieren stembiljetten te scannen.
Vorig jaar maart besloot Plasterk daarop om een onderzoek naar de haalbaarheid uit te voeren. Hoewel dit onderzoek nog liep stelde de minister in september de commissie extra vragen over de beveiliging, invoering en kosten van de stemprinter. Volgens Plasterk blijkt uit de antwoorden die hij van de commissie heeft ontvangen dat de afwegingen met betrekking tot de eisen waaraan de stemprinter en stemmenteller moeten voldoen complex zijn.
"Het is naar mijn mening voorwaardelijk voor een besluit om de stemprinter en stemmenteller in te voeren dat er een breed gedragen consensus bestaat over de risico’s die aanvaardbaar zijn. Er moet dus consensus zijn over de wijze waarop deze systemen beveiligd moeten zijn", schrijft Plasterk. Zonder een breed draagvlak zou het risico te groot zijn dat de betrouwbaarheid van de stemprinter en stemmenteller onderwerp van discussie is en blijft. "Dat is niet goed voor het vertrouwen dat er moet zijn in de systemen."
Uit de antwoorden van de commissie blijkt verder dat het beveiligingsniveau grote invloed op de kosten van de stemprinter en stemmenteller heeft. De commissie Van Beek schat de invoeringskosten op 150 miljoen à 250 miljoen euro, met nog eens 6 miljoen à 10 miljoen euro extra per verkiezing. Daarbij zijn niet alle kostenposten meegenomen, omdat die vanwege het grote aantal onzekere factoren niet konden worden gespecificeerd.
Plasterk stelt dat hij nog steeds van mening is dat de invoering van de stemprinter en stemmenteller meerwaarde kan hebben voor de toegankelijkheid bij het stemmen en voor het tellen van de stembiljetten. "Anderzijds moet ik constateren dat de invoering van deze ICT-systemen vele complexe vraagstukken kent en met onzekerheden is omgeven. Dat vraagt een zorgvuldige afweging."
De minister wil nu een volgende stap zetten door eerst na te gaan of het mogelijk is om de onzekerheden weg te nemen en de complexiteit te verminderen. Hierdoor zou het ook mogelijk moeten worden om een betere kostenschatting te maken. Verder adviseert de commissie om de specificatie van de stemprinter en stemmenteller uit te werken, waar Plasterk zich ook in kan vinden. Er zal daarom een groep van (externe) deskundigen worden samengesteld die kennis van de relevante ICT-terreinen en van het openbaar bestuur heeft. Eind mei komt de minister met een update over de voortgang.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.