Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vindt dat ook andere EU-landen in de strijd tegen cybercriminelen moeten gaan 'terughacken'. Dit blijkt uit de Nederlandse inbreng tijdens de informele JBZ-raad in Vilnius waar de agenda voor samenwerking in de Europese Unie werd besproken. De aanpak van cybercrime is één van de belangrijke punten binnen de EU-cybersecurity strategie.
Opstelten vindt dat aandacht en actie nodig is om politie beter in staat te stellen om cybercrime, dat grenzeloos is, effectief aan te pakken. Zowel door de politie- en justitiediensten van de individuele lidstaten zelf als door Europese en zelfs nog bredere internationale samenwerking.
"Handhaving op internet staat daardoor onder grote druk en is soms niet mogelijk of effectief, terwijl de belangen van burgers en bedrijven of het land met strafbare handelwijzen worden geschaad", zo laat het ministerie weten.
Effectief
Nederland wil daar verandering in brengen. Daarom heeft de bewindsman een wetsvoorstel gemaakt dat bevoegdheden creëert om via het internet in computers binnen te dringen. Als niet duidelijk kan worden vastgesteld waar de data zijn opgeslagen, kan die bevoegdheid ook grensoverschrijdend worden ingezet.
Andere landen kampen volgens de minister met vergelijkbare problemen in de opsporing en vervolging en zoeken naar 'eigen' oplossingen. Opstelten vindt het belangrijk dat in ieder geval binnen de EU zoveel mogelijk op gelijke wijze adequaat en effectief kan worden opgetreden.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.