Microsoft gaat de manier waarop het Do Not Track (DNT) in nieuwe browsers implementeert aanpassen zodat de technologie straks standaard staat uitgeschakeld. Via DNT kunnen gebruikers aan websites aangeven dat ze niet op internet willen worden gevolgd. Het is vervolgens aan de website in kwestie om hier gehoor aan te geven. Twee jaar geleden besloot Microsoft om DNT standaard in Internet Explorer 10 in te schakelen.
Dit tot woede van adverteerders, die daardoor geen gerichte, persoonlijke advertenties zouden kunnen tonen. Sindsdien heeft het World Wide Web Consortium (W3C), de organisatie die zich met de uitwerking van DNT als standaard bezighoudt, de taal aangepast die omschrijft hoe gebruikers kunnen aangeven dat ze niet gevolgd willen worden. Daarbij is er nu opgenomen dat de gebruiker zelf voor het inschakelen van DNT moet kiezen en dit niet door leveranciers van tevoren kan worden ingeschakeld.
Om aan de W3C-standaard te voldoen zal Microsoft DNT daarom niet meer standaard bij toekomstige browsers inschakelen. Wel zal de softwaregigant gebruikers duidelijke informeren hoe ze DNT zelf kunnen inschakelen. "We hebben in 2012 gezegd dat browserleveranciers duidelijk aan consumenten moeten laten weten of het DNT-signaal is ingeschakeld of uitgeschakeld en het eenvoudig moeten maken om de instelling te wijzigen. We hebben dat voor IE10 en IE11 gedaan en we blijven dit ook voor toekomstige versies van onze browsers doen", zegt Microsofts Chief Privacy Officer Brendon Lynch.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.