In het geval van een grote cyberaanval op Nederland is het humanitair oorlogsrecht van toepassing, zo heeft minister Koenders van Buitenlandse Zaken onlangs laten weten. Eind maart vond er in de Eerste Kamer een beleidsdebat over de internationale veiligheidsstrategie plaats. Tijdens het debat maakte vooral CDA-Senator Franken zich zorgen over cyberoorlog.
"Ook cyberwar is een vorm van hybride oorlogvoering, want die kan door één figuur, die misschien zelfs met een fles cola en een zak chips de hele nacht achter een computer zit, worden gestart doordat hij misschien de luchtverkeersleiding van Schiphol plat legt of een essentiële voorziening in Nederland frustreert", aldus Franken. De Senator wilde van Koenders weten in hoeverre artikel 5 van de NAVO, waarbij een aanval op één een aanval op allen is, kan worden opgerekt.
Tijdens een NAVO-top die vorig jaar in Wales plaatsvond werd volgens Franken "out of the blue" gezegd hoe een cyberaanval onder artikel 5 zou kunnen worden opgevat, maar zou die opmerking niet gemotiveerd zijn. Volgens Koenders is het toeschrijven van een aanval aan een bepaald land erg lastig. Ook is het niet eenvoudig om te bepalen wanneer artikel 5 in werking treedt. "Daarmee hebben we al problemen in de Baltische staten, laat staan bij een cyberaanval", merkte de minister op.
Koenders stelde dat wat Nederland betreft, op cyberaanvallen die de drempel van een gewapende aanval overschrijden ook het humanitair oorlogsrecht van toepassing is. "Waar de drempel van een gewapende aanval precies ligt en welke regels en gedragsnormen van toepassing zijn op cyberaanvallen onder die drempel, is minder duidelijk." Volgende week vindt in Den Haag de Global Conference on CyberSpace plaats, waarbij ook dit onderwerp langskomt.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.