Microsoft wil dat de elektronische privacywetgeving in de Verenigde Staten wordt aangepast, aangezien de huidige wetgeving bijna 30 jaar oud is. Dat laat de softwaregigant weten naar aanleiding van het juridische gevecht dat het op dit moment met de Amerikaanse overheid voert.

De Amerikaanse autoriteiten willen toegang tot een e-mail van een Microsoftgebruiker die in een Iers datacentrum is opgeslagen. Iets waar Microsoft beroep tegen aantekende. Gisteren stuurde de softwaregigant een brief naar het hooggerechtshof waarin het weer bezwaar maakt. "Deze zaak gaat over hoe we het beste de privacy beschermen, ervoor zorgen dat overheden mensen beschermen en de nationale soevereiniteit respecteren terwijl de aard van het internet wordt bewaard", zegt Microsoft-topman Brad Smith.

Hoewel Microsoft op allerlei gebieden met de overheid van mening verschilt, zijn beide partijen volgens het Smith het eens dat de privacywetgeving moet worden gemoderniseerd. De huidige wetgeving zou met zijn bijna 30 jaar al een "eeuwigheid" oud zijn. Smith merkt op dat opsporingsdiensten hun werk moeten kunnen doen, maar wel op een manier waarbij fundamentele rechten worden gerespecteerd, waaronder de privacy van mensen over de hele wereld en soevereiniteit van andere landen.

"We hopen dat de Amerikaanse overheid met het congres en andere overheden de wetten gaat hervormen, in plaats van ze te herinterpreteren, wat in deze zaak kan gebeuren." Totdat de Amerikaanse wetgeving is aangepast vindt Smith dat de rechter in het voordeel van Microsoft moet beslissen en zorgen dat de reikwijdte van de Amerikaanse overheid tot de Amerikaanse grenzen beperkt blijft.