De overheid gaat burgers zonder bekende woon- of verblijfplaats voortaan via de digitale Staatscourant oproepen. Voorheen werden de oproepen in papieren dagbladen geplaatst. Door digitaal te gaan zegt de overheid advertentiekosten te besparen en de oproepen beter toegankelijk te maken.
De oproepen zijn gericht aan bijvoorbeeld personen aan wie de deurwaarder, in het kader van een civiele procedure, een dagvaarding moet uitbrengen en om personen van wie gijzeling wordt gevraagd, omdat verkeers- of geldboetes onbetaald blijven. Ook belanghebbenden in een verzoekschriftprocedure, zoals ouders die gehoord moeten worden over een ondertoezichtstelling van hun kinderen, maar die niet zijn verschenen in de procedure, worden digitaal opgeroepen.
De keuze voor de digitale Staatscourant ligt volgens de overheid voor de hand, omdat internet een groter bereik heeft dan de papieren krant en op openbare plaatsen voor iedereen toegankelijk is. "Dat vergroot de kans dat burgers zonder bekende woon- of verblijfplaats een oproep om op zitting te verschijnen daadwerkelijk onder ogen krijgen. Onderzoek van gerechtsdeurwaarders leert dat op berichten in dagbladen niet of nauwelijks wordt gereageerd."
Iemand zonder bekende woon- of verblijfplaats krijgt vier maanden de tijd om kennis te nemen van een oproep in de Staatscourant. Na deze termijn is de publicatie nog wel in de Staatscourant te vinden, maar kan er niet meer op naam worden gezocht. Minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie wil vanwege de privacy de termijn voor het zoeken op naam niet onnodig lang maken, maar wel lang genoeg om een persoon in een procedure op te roepen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.