De MIVD (Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) heeft zich tijdens de samenwerking met buitenlandse geheime diensten niet altijd aan de wet gehouden, zo stelt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). De CTIVD onderzocht de internationale samenwerking en keek of die binnen wettelijke kaders plaatsvond. De toezichthouder stelde verschillende "onrechtmatigheden" vast, zo blijkt uit een vandaag gepubliceerd rapport.
De MIVD wisselt met een groot aantal buitenlandse inlichtingendiensten gegevens over allerlei onderwerpen uit. Het kan dan gaan om algemene rapportages, maar ook om concrete informatie over personen of organisaties. Volgens de CTIVD gaat het beleid dat de MIVD hanteert voor het verstrekken van persoonsgegevens uit van een te beperkte definitie van persoonsgegevens. Zo wordt er alleen over persoonsgegevens gesproken als iemand onderwerp van een MIVD-onderzoek is (geweest).
Ook maakt de MIVD in zijn beleid op papier geen onderscheid tussen de verstrekking van persoonsgegevens aan buitenlandse diensten die voldoen aan de samenwerkingscriteria en diensten waarvan dit kan worden betwijfeld. Volgens de CTIVD worden in de praktijk "vooral” gegevens verstrekt aan diensten waar niet aan wordt getwijfeld. In één geval bleek de MIVD de wet te overtreden door informatie aan een buitenlandse inlichtingendienst te verstrekken terwijl dat wettelijk niet was toegestaan. Om welke dienst het gaat is niet bekendgemaakt.
Verder stelt de wet dat bij de verstrekking van gegevens de voorwaarde wordt opgenomen dat de gegevens niet zonder toestemming van de minister aan andere partijen mogen worden verstrekt. De zogenaamde derde-partijregel. De MIVD blijkt echter de derde-landregel toe te passen, waarmee het de wet overtreedt en onrechtmatig handelt, aldus de CTIVD. Verder vindt de toezichthouder dat er beleid moet komen voor het opvragen van gegevens door de MIVD bij buitenlandse diensten, aangezien dat nu ontbreekt.
Bij het verlenen van ondersteuning aan buitenlandse diensten ging de MIVD ook in de fout. De inlichtingendienst kan met buitenlandse diensten een gezamenlijke operatie uitvoeren. Hiervoor is geen toestemming van de minister vereist. In het geval van ondersteuning is dat wel nodig. De MIVD blijkt de afgelopen jaren verschillende keren ondersteuning te hebben verleend zonder dat dit aan de minister was gevraagd, omdat er volgens de CTIVD van een gezamenlijke operatie werd uitgegaan. Ook bij de gezamenlijke operaties stelde de CTIVD verschillende onrechtmatigheden en onzorgvuldigheden vast. Zo heeft de MIVD tijdens een gezamenlijke operatie in strijd gehandeld met de wettelijke plicht tot bronbescherming.
De CTIVD stelt dat de MIVD op een aantal punten verbeteringen moet doorvoeren. Defensieminister Hennis-Plasschaert schrijft in een reactie op het rapport dat de MIVD het samenwerken met buitenlandse partners "expliciet" aan hem voorlegt. Wat betreft het standpunt van de CTIVD dat ook voor andere vormen van samenwerking zijn toestemming is vereist laat ze weten dat ze dit niet ziet zitten. De toestemming die de minister moet verlenen, zoals vastgelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), zou namelijk alleen voor operationele ondersteuning gelden.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.