Het aantal geldautomaten in Nederland is al jaren op rij aan het afnemen, toch is het aantal Nederlanders dat in de buurt van een bancaire geldautomaat woont nog steeds hoog, zo stelt De Nederlandsche Bank (DNB). Ten opzichte van 2006 is het aantal geldautomaten met 14% afgenomen.

Waren er 9 jaar geleden nog 8114 geldautomaten in Nederland, dat waren er vorig jaar 6959. Ook wordt er minder vaak contant geld opgenomen. In 2006 ging het om ruim 474.000 opnames bij geldautomaten, terwijl dit er in 2014 iets meer dan 379.000 waren. Een daling van 20%, zo blijkt uit cijfers van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB). Volgens DNB heeft deze ontwikkeling verschillende redenen, zoals de komst van moderne informatie- en communicatietechnologieën. Hierdoor is er een verschuiving van fysieke naar digitale betaaldiensten op gang gebracht.

"Veruit de belangrijkste ontwikkeling is dat pinbetalingen, ook voor kleine bedragen, steeds meer de functie van contant geld overnemen. Daarnaast draagt het brede gebruik van internet- en mobielbankieren bij aan een vermindering van het aantal contante geldtransacties", aldus DNB. De organisatie laat wel weten dat contant geld cruciaal blijft. Het is namelijk het enige volwaardige alternatief als het elektronisch betalingsverkeer om welke reden dan ook tijdelijk niet functioneert.

Om problemen door het verdwijnen van geldautomaten op te vangen zijn er volgens het MOB verschillende oplossingen. Zoals het verder stimuleren van het betalen met de betaalpas, bijvoorbeeld door het plaatsen van betaalautomaten bij winkels waar die nog ontbreken. Ook is het vervangen van een geldautomaat door een niet bancaire geldautomaat in supermarkt of warenhuis een oplossing. Bijpinnen in winkels is een ander alternatief. Specifieke groepen kunnen worden geholpen door het aan huis laten bezorgen van contant geld.