Slechte cyberhygiëne van burgers en bedrijven, zoals het niet installeren van beveiligingsupdates, en een gebrek aan bewustzijn geven cybercriminelen een rijke voedingsbodem. Dat stelt de Europese politiedienst Europol in de jaarlijkse Internet Organised Crime Threat Assessment (IOCTA) 2015 (pdf).
Volgens de politiedienst wordt vaak gesteld dat technologie en cybercrime zich zo snel ontwikkelen dat opsporingsdiensten het niet kunnen bijhouden. "Hoewel dit deels klopt, wordt er bij de meeste cybercriminaliteit van kwetsbaarheden gebruik gemaakt die al langere tijd bekend zijn. Het is een gebrek aan digitale hygiëne van burgers en bedrijven dat een rijke voedingsbodem voor cybercriminelen vormt om exploitkits aan een steeds groter wordend leger van niet-technische cybercriminelen te verkopen."
Exploitkits maken gebruik van beveiligingslekken in populaire software om internetgebruikers met malware te infecteren. De software stelt ook niet-technische criminelen in staat om internetgebruikers op grote schaal aan te vallen, aangezien het niet meer nodig is om zelf kwetsbaarheden te vinden en hier exploits voor te ontwikkelen. Het installeren van de exploitkit op een website en ervoor zorgen dat internetgebruikers hier naar toe komen is voldoende.
Doordat het zo eenvoudig is voor criminelen om computers met malware te infecteren ontwikkelt en innoveert cybercrime zich helemaal niet zo snel als veel mensen denken, aldus Europol. "Een belangrijke aanjager van innovatie binnen cybercrime zijn mogelijk de opsporingsdiensten zelf. Elk succes van politie is een prikkel voor criminelen om te innoveren en detectie en verstoring van hun activiteiten te voorkomen." Om cybercrime effectief aan te pakken speelt bewustzijn dan ook een belangrijke rol, naast het oppakken van de cybercriminelen zelf, zo laat de opsporingsdienst weten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.