De impact van identiteitsfraude is vaak minder groot dan wordt voorgesteld, maar kan wel veel tijd kosten om te herstellen. Dat stellen onderzoekers van BMC Onderzoek en de Universiteit Leiden die in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken een onderzoek (pdf) naar ID-fraude deden.
Daarin zeggen de onderzoekers dat de beeldvorming over identiteitsfraude wordt gedomineerd door uitzonderlijke gevallen. In de meeste gevallen zijn de gevolgen minder ingrijpend en blijft de schade beperkt tot tientallen tot honderden euro’s. Het herstel kan wel veel tijd kosten, doordat het slachtoffer bijvoorbeeld aangifte moet doen, organisaties moet verzoeken de vervalste gegevens te corrigeren of een nieuw identiteitsbewijs moet aanvragen.
Daarnaast is er emotionele schade: slachtoffers van identiteitsfraude kunnen zich op een vergelijkbare manier onveilig voelen als slachtoffers van geweldsdelicten. Hoeveel Nederlanders er slachtoffers van ID-fraude worden hebben de onderzoekers niet onderzocht. Ze wijzen naar onderzoek van PWC uit 2013, waarin wordt geschat dat één tot vijf procent van de volwassen Nederlandse bevolking hiermee te maken heeft.
Het onderzoek laat verder zien dat zowel publieke als private organisaties maatregelen hebben getroffen om ID-fraude te voorkomen. Zo zijn er beveiligingsfilters die signalen van mogelijke fraude detecteren en dat wijzigingsprocedures, bijvoorbeeld van een rekeningnummer, zijn voorzien van extra controlemiddelen. Een aantal uitvoeringsorganisaties van de overheid is daarnaast overgegaan op een hoger beveiligingsniveau van DigiD.
Aan de andere kant zijn er ook drempels voor de slachtoffers van ID-fraude. Hoewel identiteitsfraude sinds mei vorig jaar als zelfstandig strafbaar feit in het Wetboek van Strafrecht is opgenomen, is dit nog niet bij alle onderdelen van de politie doorgedrongen. De politie is inmiddels bezig met een intern opleidingstraject om hierin verbetering te brengen. Ook blijken herstelacties van identiteitsgegevens in de basisregistratie personen bij gemeenten soms moeilijk.
De onderzoekers hadden als doel om te kijken hoe organisaties slachtoffers van ID-fraude begeleiden, maar dit levert een gemengd beeld op. Er zijn diverse organisaties die de begeleiding van slachtoffers inmiddels naar eigen zeggen goed organiseren. Wat slachtoffers van die begeleiding vinden en of deze voldoende is, moet echter blijken uit het onderzoek onder slachtoffers dat de Belastingdienst parallel aan dit onderzoek uitvoerde. Beide onderzoeken kunnen volgens de onderzoekers inzicht bieden in de behandeling van slachtoffers van identiteitsfraude en zo tot verbeterplannen leiden.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.