Defensieminister Hennis is het met D66 eens dat er extra investeringen voor de cybercapaciteiten van Defensie nodig zijn, maar ziet het niet zitten om de landmacht tot alleen een cybercommando te verkleinen. Dat liet ze weten op vragen die tijdens het debat over de Defensiebegroting werden gesteld.

D66-Kamerlid Wassila Hachchi vond dat de Nederlandse krijgsmacht onder andere cyber kan gebruiken om zich te onderscheiden en specialiseren. Volgens Hennis bestaat er voor dergelijke verregaande vormen van taakspecialisatie in Europa geen draagvlak. Wel stelt de minister dat het 'cyberdomein' een steeds grotere rol voor Defensie zal gaan spelen. "Duidelijk is dat wij pas aan het begin staan van de ontwikkelingen die het militair optreden mogelijk vergaand zullen beïnvloeden", aldus Hennis.

"Wij hebben daarbij nog niet altijd beeld. Toen wij ooit lang geleden het elektriciteitsnet aanlegden, hadden wij nog geen beeld tot wat dat net allemaal zou leiden. Dat geldt hier ook, maar één ding weet ik wel zeker: dit zal in de toekomst absoluut aanvullende investeringen vergen. Ik ben het dus met mevrouw Hachchi eens dat extra investeringen in cyber nodig zullen zijn", zo liet ze verder weten.

De huidige investeringen zijn volgens de minister (pdf) echter voldoende om de gestelde ambities te realiseren. Daarbij is er al 45 miljoen euro voor de ontwikkeling van cybercapaciteit bij Defensie uitgetrokken, inclusief de personele exploitatie. In de begroting voor dit jaar is nog meer geld voor cyber vrijgemaakt als onderdeel van de intensivering, namelijk 5 miljoen euro. Voor 2016 is 7 miljoen euro gereserveerd en in 2017 is er voor 'cyber' 9 miljoen euro vrijgemaakt.