De Commissie van Toezicht voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) heeft vandaag een rapport gepubliceerd over het aftappen door de AIVD, waaruit blijkt dat in een aantal gevallen er sprake van onrechtmatigheden is. De AIVD is bevoegd communicatie af te luisteren, zoals opgenomen in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002).
De Commissie heeft onderzocht of de AIVD de afluisterbevoegdheid en het onderscheppen van niet-kabelgebonden telecommunicatie op rechtmatige wijze heeft toegepast. In het rapport stelt de commissie dat de inlichtingendienst doorgaans doordacht te werk gaat bij de inzet van de afluisterbevoegdheid. "De AIVD is zich in de praktijk bewust van het inbreukmakende karakter van de inzet van de afluisterbevoegdheid. In de meerderheid van de operaties zet de AIVD de afluisterbevoegdheid op een rechtmatige en zorgvuldige wijze in", aldus de CTIVD.
Bij een beperkt aantal van de operaties die de Commissie onderzocht werden echter onrechtmatigheden geconstateerd. In de meeste gevallen vonden de onrechtmatigheden plaats bij bijzondere operationele omstandigheden. De AIVD heeft in deze gevallen een afweging gemaakt die, naar het oordeel van de Commissie, tot een andere uitkomst had moeten leiden.
Het gaat onder andere om het onrechtmatig uitwerken van enkele gesprekken van doelwitten van de AIVD met advocaten, de inzet van de afluisterbevoegdheid tegen een voormalige bron en de inzet van de afluisterbevoegdheid tegen een persoon zonder dat er concrete aanwijzingen waren dat deze persoon een bedreiging voor de nationale veiligheid vormde. "Deze onrechtmatigheden laten zien dat het belangrijk is dat de AIVD beschikt over een sterke interne juridische afdeling", zo laat de CTIVD weten.
Volgens de Commissie hoort de juridische afdeling op te treden als het geweten van de organisatie en dient waar nodig tegenspraak te bieden. De Commissie constateert dat de juridische afdeling heeft geleden onder de bezuinigingen op de geheime dienst van de afgelopen jaren. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken laat hierop weten dat erin 2013 bewust is gekozen om de taken van de AIVD niet ten koste te laten gaan van de operationele inzet van de dienst. Dit hield in dat er is besloten om te snijden in stafafdelingen, waaronder de afdeling juridische zaken, merkt Plasterk op. Aangezien het budget van de AIVD weer groeit, zal ook de juridische afdeling worden versterkt.
De Commissie stelt verder dat de inhoudelijke opbrengst van het ongericht onderscheppen van niet-kabelgebonden telecommunicatie beperkt blijft, wat vragen oproept over effectiviteit en daarmee de proportionaliteit van deze inzet. De opbrengst op het terrein van metadata verdient volgens de CTIVD dan ook nader onderzoek. Plasterk stelt dat de toegevoegde waarde het aftappen met name is gelegen in de metadata die hiermee worden verkregen. "Het verzamelen van metadata is van groot belang voor het onderzoek van de dienst, bijvoorbeeld bij het in kaart brengen van een netwerk van een target. De opbrengst van de inzet van de selectiebevoegdheid van sigint is naar mijn mening dan ook effectief", zo laat de minister weten.
In het openbare deel van het nu gepubliceerde rapport heeft de Commissie besloten het aantal gevallen waarin de AIVD de afluisterbevoegdheid en het onderscheppen van niet-kabelgebonden telecommunicatie heeft ingezet, de zogenaamde tapstatistieken, niet te publiceren. In het vorige openbare toezichtsrapport over dit onderwerp wilde minister Plasterk deze gegevens niet openbaar willen maken. Het parlement heeft hier in meerderheid geen bezwaar tegen gemaakt.
De minister heeft in het kader van dit rapport aangegeven dat ook meer globale tapstatistieken nog steeds te veel inzicht geven in de werkwijze van de AIVD. "Mede gezien de reactie van het parlement, vindt de Commissie het niet zinvol informatie in haar rapport op te nemen wetende dat de openbaarmaking daarvan zal worden geweigerd door de minister", aldus de CTIVD. De tapstatistieken worden wel genoemd in de geheime bijlage van het rapport, die aan de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer beschikbaar wordt gemaakt.
Onlangs oordeelde de Raad van State dat minister Plasterk beter moet motiveren waarom hij weigert tapstatistieken over de AIVD openbaar te maken. Een journalist had op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten gevraagd om hem statistieken te verstrekken over het aantal keren dat de minister in de jaren 2002-2008 en 2010-2012 de AIVD toestemming heeft gegeven om te tappen. Volgens Plasterk zou verstrekking van tapstatistieken de nationale veiligheid kunnen schaden.
Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State had de minister beter moeten motiveren waarom tapstatistieken, al dan niet in combinatie met al eerder openbaar gemaakte informatie, inzicht zouden geven in de aard en omvang van de werkwijze van de AIVD. Plasterk laat in een brief aan de Tweede Kamer over het rapport weten dat hij opnieuw een gemotiveerd besluit zal nemen over het openbaar maken van de tapstatistieken.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.