Jongeren maken zich naar eigen zeggen vaak schuldig aan cybercrime, maar cijfers van de politie om dit te bevestigen ontbreken. Dat blijkt uit de tweejaarlijkse Monitor Jeugdcriminaliteit (MJC) van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie (WODC).
Cybercrime wordt door het WODC onderscheiden in cyber- en gedigitaliseerde delicten. In het eerste geval gaat het om zaken als hacken of het uitvoeren van DDoS-aanvallen. In het tweede geval gaat het om traditionele delicten die online worden gepleegd, zoals onlinebedreiging of het niet leveren van spullen die via een webwinkel zijn gekocht maar wel betaald. In deze editie van de MJC is voor het eerst ook uitgebreid onderzoek gedaan naar de mate waarin jongeren zijn betrokken bij cybercrime.
Politie- en justitiestatistieken bieden echter weinig informatie over het aantal jeugdige verdachten en strafrechtelijke daders van cybercrime. De informatie die beschikbaar is geeft volgens het WODC geen goed landelijk beeld van het aantal jeugdigen dat cybercrime pleegt. Uit ander onderzoek blijkt dat er sprake is van een forse onderregistratie van cybercrime door jeugdige daders in justitiële registraties. Een andere reden waarom nog weinig bekend is over daders van cybercrime is dat aangiften van cybercriminaliteit wel door de politie worden geregistreerd, maar dat deze niet zonder meer kunnen worden gekoppeld aan andere opsporingssystemen van de politie.
Op basis van zelfrapportage is er wel informatie over jongeren die cybercrime plegen. Het percentage jongeren dat zegt zich hier aan schuldig te maken is het hoogst onder de minderjarigen en het laagst onder de twaalfminners. Van de minderjarigen in 2015 zegt 31% in het voorafgaande jaar één of meerdere onlinedelicten te hebben gepleegd, bij de jongvolwassenen is dit 28% en bij de twaalfminners 10%.
Minderjarigen zeggen relatief vaker betrokken te zijn bij cybercrime dan jongvolwassenen. Vorig jaar rapporteerde respectievelijk 22% en 14% betrokken te zijn geweest bij één of meerdere gedigitaliseerde delicten over het voorafgaande jaar. Jongvolwassenen zijn relatief vaker betrokken bij cyberdelicten dan minderjarigen. In 2015 rapporteerde respectievelijk 22% en 17% betrokkenheid bij cybercrime in het voorafgaande jaar. Hoewel zelfgerapporteerde cybercrime onder jongeren aanzienlijk is, kan het WODC niet zeggen of sprake is van een verschuiving van offline- naar onlinedelicten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.