Een 50-jarige Chinese zakenman heeft in de Verenigde Staten bekend betrokken te zijn geweest bij het hacken van Boeing en andere Amerikaanse defensiebedrijven, waarbij werd gezocht naar informatie en blauwdrukken over straaljagers en militaire vliegtuigen, waaronder de Joint Strike Fighter.
Dat heeft het Amerikaanse ministerie van Justitie bekendgemaakt. De rol van de zakenman bestond uit het selecteren van de te stelen informatie en vertalen van gestolen gegevens. Van oktober 2008 tot maart 2014 zou de zakenman met twee individuen uit China hebben samengewerkt bij het inbreken op de netwerken van defensiebedrijven, waaronder Boeing. Hoe dit precies gebeurde is niet bekendgemaakt.
De zakenman adviseerde zijn handlangers over de aan te vallen bedrijven en technologieën. Zodra één van de handlangers toegang tot de bedrijfsnetwerken had gekregen, stuurde hij de zakenman een e-mail met een overzicht van mappen en bestanden. De zakenman liet vervolgens weten welke bestanden en mappen er moesten worden gestolen. Vervolgens vertaalde de zakenman een deel van de gestolen gegevens van het Engels naar het Chinees.
Zijn handlangers zouden bij Boeing 65 gigabyte aan informatie over de C-17 hebben gestolen, een militair transporttoestel. Ook zochten ze informatie over andere vliegtuigen, waaronder de F-22 en F-35 straaljagers. Bij elkaar werd er informatie over 32 projecten van het Amerikaanse leger buitgemaakt, waaronder ook informatie over een onderdeel van de F-22 en een testplan van de Joint Strike Fighter (F-35). De zakenman, die de gestolen informatie wilde verkopen, werd in 2014 in Canada aangehouden. Hij kan een gevangenisstraf van maximaal 5 jaar en een boete van 250.000 dollar krijgen. De rechter wijst op 13 juli van dit jaar vonnis.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.