De iPhone van één van de San Bernardino-schutters waar de FBI onlangs toegang tot wist te krijgen zou voorlopig nog geen belangrijke informatie hebben opgeleverd, zo laat een anonieme bron aan de Amerikaanse televisiezender CBS News weten. Het onderzoek naar het toestel loopt echter nog.
De schietpartij in San Bernardino vond vorig jaar december plaats. Bij één van de overleden verdachten werd een iPhone gevonden. De FBI stapte uiteindelijk naar de rechter om Apple te dwingen met het ontgrendelen van het toestel mee te helpen. De rechter gaf de FBI gelijk, maar Apple ging in beroep. Volgens de FBI zou het toestel belangrijke informatie kunnen bevatten. Experts hadden hier twijfels over, aangezien de aanslagplegers hadden geprobeerd om hun digitale media te vernietigen. Zo konden andere telefoons en een harde schijf van een computer niet worden teruggevonden.
Eind maart maakte de FBI bekend dat het via een derde partij erin was geslaagd om toegang tot het gevonden toestel te krijgen. Naar verluidt zou dit via een onbekende kwetsbaarheid zijn gedaan. Het lijkt er echter op dat deze kwetsbaarheid niet bekendgemaakt zal worden. Vorige week stelde FBI-directeur James Comey dat er binnen de Amerikaanse overheid wordt gekeken om Apple over het beveiligingsprobleem in te lichten.
Overheidsfunctionarissen laten Venture Beat echter weten dat het bedrijf dat de kwetsbaarheid ontdekte de juridische eigenaar is. Ook al zou de FBI het beveiligingslek aan Apple willen rapporteren, is dit zonder toestemming van het bedrijf in kwestie niet toegestaan. Klokkenluider Edward Snowden denkt dat de kwetsbaarheid hierdoor voor het einde van dit jaar wereldwijd beschikbaar zal zijn.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.