Nederland heeft genoeg juridische middelen in huis om racisme en discriminatie op Internet aan te pakken. Dat schrijft minister Donner van Justitie in antwoord op kamervragen van PvdA-parlementariër Rehwinkel. Rehwinkel stelde zijn vragen naar aanleiding van berichten in de media dat op Internet steeds vaker racistische of extreemrechtse meningen worden geventileerd. Uit gegevens van het meldpunt Discriminatie Internet (DMI) blijkt een stijging van 541 meldingen van racisme in 1999 naar 1772 meldingen in 2001.
Volgens Donner staat de samenwerking tussen het DMI, het Openbaar Ministerie en de politie in principe garant voor een goede aanpak van racisme op Internet. ‘De landelijke aanpak is goed op gang gekomen,’ aldus Donner. Ook het strafrechtelijk instrumentarium voldoet volgens Donner. Justitie en politie mogen onderzoek verrichten in computers, emailverkeer aftappen en de medewerking van providers vorderen.
De aanpak van grensoverschrijdende discriminatie is volgens Donner lastiger. Als opsporinghandelingen op buitenlandse computers nodig zijn, moet een rechtshulpverzoek worden gedaan. Donner hoopt dat in de toekomst het cybercrimeverdrag van de Raad van Europa, dat Nederland op 23 november 2001 ondertekenende, de internationale samenwerking zal vergemakkelijken. Maar ook dan zullen er problemen blijven bestaan met landen die een minder strenge wetgeving op het gebied van racisme en discriminatie kennen. Donner noemt als voorbeeld de site Polinco (PolitiekIncorrect), een webforum dat wordt gehuisvest door een Amerikaanse provider, en waarop Nederlanders strafbare discriminatoire uitingen doen. ‘Indien de Nederlandse autoriteiten willen weten welke abonnee deze uitingen erop heeft gezet, behoeven de autoriteiten niet te rekenen op medewerking van de Amerikaanse autoriteiten of de provider,’ aldus Donner.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.