Het Openbaar Ministerie wil vanaf 2019 zeven miljoen euro per jaar extra voor de bestrijding van cybercrime. In totaal vraagt het OM 26 miljoen euro per jaar extra. Cybercrime is daarmee het onderwerp waarvoor het meeste geld wordt gevraagd, gevolgd door 'ondermijning', migratie, terrorisme en strafzorg.
Volgens het OM zullen cybercrime en digitalisering voor de strafrechtsketen grote impact hebben op de aard en omvang van de strafzaken. "Het OM moet daarom investeren in opbouw van deskundigheid, paraatheid en slagkracht", zo staat in het rapport "Ontwikkelingen en consequenties beleidsthema's Openbaar Ministerie - Voorjaarsnota 2016" (pdf). Het OM stelt dat de dreiging van cybercrime steeds meer zichtbaar wordt.
Zo wordt er gewezen naar internationale fraude bij banken tot ddos-aanvallen op websites van de Rijksoverheid, scholen en gemeenten. "Die dreiging neemt de komende jaren alleen maar verder toe. Wanneer het doelwit van een cyberaanval onderdeel is van een vitale infrastructuur, is sprake van een verhoogd risico op gevolgschade, met name wanneer de aanvalleidt tot rechtstreekse fysieke schade. Die schade kan zodanig zijn dat nationale belangen in gevaar komen."
Daarnaast maken criminelen met ransomware, phishing, cryptoware en remote access tools een zeer grote inbreuk op de levenssfeer van soms wel honderden tot duizenden slachtoffers tegelijk, aldus het OM. Bij het wegnemen van de dreiging speelt ook de strafrechtelijke handhaving een belangrijke rol, zo laat de Voorjaarsnota weten. "De aard en omvang van cybercrime is sterk aan verandering onderhevig en vraagt om een OM dat daar met de benodigde paraatheid, flexibiliteit en slagkracht op kan reageren. Dit vergt een sterke opbouw van kennis en expertise binnen het OM, in de breedte en in de diepte."
Met de huidige bezetting levert het OM zijn bijdrage aan de minimumafspraken die in de Veiligheidsagenda 2015 - 2018 zijn gemaakt. Er is afgesproken in 2018 minimaal 360 cybercrimezaken te doen. Dit is de eerste keer dat cybercrime in de breedte is opgenomen in de landelijke afspraken. Dat helpt volgens het OM om de aanpak van cybercrime nadrukkelijker op de kaart te zetten.
Op termijn zijn deze minimumaantallen niet voldoende, aldus het OM. "In de onderzoeksomgeving is nu grosso modo 1 cyberspecialist per parket beschikbaar. Dat is net voldoende voor de uitvoering van de veiligheidsagenda." Daarnaast worden de cyberspecialisten ook voor andere onderzoeken gevraagd. Volgens het OM is er daardoor geen ruimte om te investeren in informatiebeelden, netwerk- en projectmatige samenwerking en hogere aantallen complexe onderzoeken.
"Dit betekent dat het in veel gevallen niet mogelijk zal zijn een verdachte in beeld te krijgen. De politie gaat in de komende jaren het aantal digitale rechercheurs flink uitbreiden. Ook het OM moet zich voorbereiden op een groei van cybercrime." Als oplossing worden zes punten gegeven, zoals het investeren in de kwaliteit van de opsporing, het zichtbaar en effectief optreden tegen cybercrime, betere samenwerking tussen OM, politie, Defensie en AIVD bij cyberspionage en het verbeteren van de ondersteuning van slachtoffers. Tevens vraagt het OM naast de financiële versterking om de Wet Computercriminaliteit III in te voeren.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.