De Royal Society, de Britse Academie voor Wetenschappen, heeft een rapport gepubliceerd waarin het onder andere pleit voor end-to-end-encryptie en stelt dat overheden het gebruik hiervan juist moeten aanmoedigen. Niet alle aanbevelingen in het rapport kunnen echter op goedkeuring rekenen.
Het rapport genaamd "Progress and research in cybersecurity" richt zich op de cybersecurity-uitdagingen en de onderzoeksuitdagingen van de komende vijf tot tien jaar. Het behandelt verschillende thema's, zoals vertrouwen, weerbaarheid en onderzoek in de digitale wereld. Volgens de Royal Society is encryptie een essentiële technologie om vertrouwen in digitale systemen te realiseren.
"Nu digitale technologieën een steeds grotere rol in ons leven spelen, wordt encryptie steeds belangrijker en eventuele zwakheden in de implementatie een groter risico. Overheden moeten zich dan ook inzetten voor de robuustheid van end-to-end-encryptie en het wijdverbreid gebruik ervan aanmoedigen", aldus het rapport. Volgens de onderzoekers die aan het rapport meewerkten brengt het verzwakken van encryptie juist allerlei risico's voor burgers met zich mee.
Ross Anderson, hoogleraar aan de Universiteit van Cambridge, werkte mee aan het rapport. Hij is tevreden over de steun voor sterke encryptie, maar heeft ook kritiek op andere aanbevelingen. Zo pleit de Royal Society ook voor het niet inlichten van slachtoffers van een datalek, zoals de Britse geheime dienst GCHQ wil. Daarnaast wordt in het rapport gesteld dat de Britse overheid de richting van cybersecurity-onderzoek moet sturen. Iets waar Anderson het niet mee eens is, omdat er al teveel geld naar gericht onderzoek gaat in plaats van onderzoek dat door nieuwsgierigheid wordt gedreven.
Het rapport is volgens Anderson al ingehaald door nieuwe ontwikkelingen, zoals Brexit en de aanstelling van Theresa May als nieuwe Britse premier. Volgens de hoogleraar is dit slecht voor het vestigingsklimaat van Groot-Brittannië voor it-bedrijven. May is altijd voorstander geweest van vergaande bevoegdheden voor de opsporingsdiensten. Bevoegdheden die door Brexit niet meer aan het Europees Hof van Justitie moeten worden voorgelegd.
Volgens Anderson krijgen opsporingsdiensten zo de bevoegdheid om bedrijven in Groot-Brittannië te dwingen gegevens af te staan en GCHQ te helpen bij het hacken van hun klanten. Dit maakt het weer lastiger voor Britse bedrijven om aan de Europese databeschermingswetgeving te voldoen. Deze samenloop kan ervoor zorgen dat it-bedrijven niet in het Verenigd Koninkrijk zullen investeren, aldus Anderson.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.