De overheid gaat zich inzetten om de problematiek van Internet of Things-botnets en onveilige IoT-apparaten zowel nationaal als internationaal aan te pakken. Dat heeft het Nationaal Cyber Security Center (NCSC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie vandaag bekendgemaakt.
Aanleiding voor de aanpak zijn de recente ddos-aanvallen op dns-provider Dyn waardoor populaire websites slecht of onbereikbaar waren. De ddos-aanvallen werden via besmette IoT-apparaten uitgevoerd. Volgens het NCSC is de beveiliging van veel IoT-apparaten ondermaats doordat ze toegankelijk zijn via standaard wachtwoorden, die soms niet gewijzigd kunnen worden, en vaak niet of zeer lastig zijn te updaten met beveiligingsupdates.
De overheidsinstantie stelt dat onveilige IoT-apparaten aantrekkelijk voor cybercriminelen zijn, omdat dergelijke apparaten relatief eenvoudig zijn over te nemen en in tegenstelling tot doorsnee computers veelal continu online blijven. "Zolang dergelijke apparaten aan internet verbonden blijven, zullen ze deel blijven uitmaken van botnets."
Het oplossen van de ontstane problematiek is complex, gaat het NCSC verder. "Leveranciers van IoT-apparatuur hebben vooral het belang om deze apparaten zo snel mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten op de markt te zetten. Omdat gebruikers meestal zelf geen direct nadelige consequenties ondervinden van de onveiligheid van hun apparatuur, zijn deze lastig te motiveren om meer te betalen voor een veiliger apparaat."
Alleen met een gezamenlijke, internationale aanpak en samenwerking tussen overheden en bedrijfsleven kan op langere termijn de problematiek van IoT-botnets worden teruggedrongen, zo laat het Nationaal Cyber Security Center weten. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) gaat zich nu inzetten voor deze samenwerking op nationaal en internationaal gebied.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.