Ict-jurist Arnoud Engelfriet geeft elke week antwoord op een interessante vraag over beveiliging, recht en privacy. Heb jij een vraag? Stuur hem naar juridischevraag@security.nl.
Vraag: Wij (een groep netwerk engineers in een appartementencomplex) hebben een eigen netwerk gebouwd en gekoppeld aan internet via één provider. De kosten worden omgeslagen en via de VvE geïncasseerd. We loggen echter niets in verband met privacy. Nu krijgen wij wel eens abusemeldingen maar we weten dus niet om wie het gaat. Moeten we hier nu meer in doen?
Antwoord: Een internettoegangsprovider is in beginsel niet aansprakelijk voor wat er over zijn lijn gaat, ook niet na een abusemelding. De wet (art. 6:196c lid 1 BW) zegt dat je categorisch niet aansprakelijk bent wanneer je als passief doorgeefluik fungeert, dus niet zelf het initiatief neemt voor de informatielevering, niet kiest naar wie het moet en niet selecteert of wijzigt wat er doorgegeven wordt.
Een abusemelding is dus leuk en aardig maar wettelijk ben je als ISP niet verplicht daaraan gehoor te geven. Het is vaak wel handig omdat je anders op allerlei zwarte lijsten komt, maar dat is geen juridisch argument.
Het hiervoor bepaalde staat niet in de weg aan het verkrijgen van een rechterlijk verbod of bevel, zo staat in lid 6 van dat wetsartikel. Een rechter (of toezichthouder) kan dus bepalen dat bepaalde abuse wél moet stoppen. Zo heeft de rechter ooit toegang tot The Pirate Bay verboden (hoewel dat werd teruggedraaid in hoger beroep) en zou de toezichthouder (de ACM) ook bepaalde blokkadebevelen kunnen geven.
Dat laatste geldt dan weer niet voor het soort netwerk als hierboven, want de ACM is alleen bevoegd op te treden bij aanbieders van openbaar internet, zoals Ziggo of Vodafone. Een netwerk waar alleen een beperkte categorie gebruikers bij kan, valt niet onder die definitie. Dat scheelt, want dan geldt ook niet de plicht het netwerk stevig te beveiligen (art. 11.3 Telecomwet) en de vertrouwelijkheid van de communicatie te borgen (art. 11.2 en 11.2a).
Recent bepaalde het Hof van Justitie echter dat ook niet-openbare aanbieders soms wel in beweging moeten komen. In die zaak ging het om een auteursrechtclaim vanwege een download door een bezoeker van een winkel via het winkelwifinetwerk. Het Hof bepaalde dat de winkel niet aansprakelijk was voor die download, omdat de winkel slechts een platform was.
Op grond van dat lid 6 mag een rechter dus een verbod of bevel uitspreken om aan een abuse-situatie een einde te maken. En concreet waar het ging om auteursrechtinbreuk, bepaalde het Hof dat het opnemen van een wachtwoord en het identificeren van ontvangers daarvan een legitiem bevel kan zijn. Op die manier kun je inbreukmakende klanten identificeren (en dat aan eisende rechthebbenden geven) zonder dat je gelijk je hele netwerk zou moeten opheffen of moeilijk moet doen met voorwaarden en zo.
Het is nog niet duidelijk hoe ver die identificatieplicht moet gaan. Maar in de situatie van zo'n appartementencomplex denk ik dat je toch al snel uitkomt bij een koppeling van de NAT-vertaling aan het appartementsnummer. Dat adres zou genoeg moeten zijn voor een rechthebbende om dan een dagvaarding uit te brengen.
Hoe het zit met andere abuse-situaties (bijvoorbeeld een privacyschending of participatie in een ddos-aanval) is nog niet bepaald. Ik denk dat je daar ook al snel bij identificatie van de gebruiker uitkomt, dat is immers het meest geëigende middel om aan die abuse-situatie een einde te maken. Maar wie een andere effectieve oplossing heeft, mag dat ook doen.
Arnoud Engelfriet is Ict-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.