Amerikaanse nieuwsorganisaties zijn naar de rechter gestapt om ervoor te zorgen dat de FBI openbaar maakt hoeveel het betaalde voor het ontgrendelen van de iPhone van één van de San Bernardino-schutters. De nieuwsorganisaties hadden hier eerder ook al in een rechtszaak om gevraagd.
De FBI overhandigde toen verschillende documenten, maar die waren zwaar gecensureerd. Daardoor bleef onbekend welk bedrijf het toestel ontgrendelde en hoeveel de Amerikaanse opsporingsdienst hiervoor moest betalen. Volgens de FBI zou het vrijgeven van deze informatie "vijandige entiteiten" kunnen helpen. De nieuwsorganisaties stellen dat de opsporingsdienst geen legitieme rechtvaardiging heeft om het bedrag of de identiteit van de leverancier geheim te houden. Daarnaast zou het openbaar worden van deze informatie niet de nationale veiligheid van de VS in gevaar brengen of de vijanden van Amerika kunnen helpen.
In december 2015 schoten twee aanslagplegers in de Verenigde Staten 14 mensen dood. Eén van de aanslagplegers had een iPhone bij zich, maar die was vergrendeld. De FBI vroeg Apple vervolgens om te helpen bij het ontgrendelen van het toestel. Apple weigerde dit, waarop de opsporingsdienst naar de rechter stapte. Die gaf de FBI gelijk en stelde dat Apple een aangepaste versie van iOS moest maken zodat de inlogcode via een brute force-aanval achterhaald kon worden.
Apple ging tegen de uitspraak in beroep, maar nog voor beide partijen zich opnieuw voor de rechter moesten verantwoorden besloot de FBI de zaak te laten vallen omdat een niet nader genoemde partij had aangeboden het toestel te ontgrendelen. Naar aanleiding van uitspraken van FBI-directeur James Comey werd geschat dat de FBI voor het ontgrendelen 1,3 miljoen dollar had betaald. De opsporingsdienst wilde echter geen details prijsgeven.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.