Elke dreiging waar de FBI tegenwoordig mee te maken heeft, heeft een digitaal component, behalve als het om terroristische aanvallen gaat. Terroristen maken namelijk nog geen gebruik van het internet als wapen, zo liet FBI-directeur James Comey tijdens een lezing aan de Universiteit van Texas weten.
"Ze gebruiken het internet om te communiceren, te rekruteren en aan te sturen, maar ze hebben nog niet geprobeerd om ons via de digitale kant te raken." Uiteindelijk zullen terroristen echter wel het web gaan inzetten, aldus Comey. Om met de cyberdreiging om te gaan zet de opsporingsdienst meer in op cyberonderzoek. Zo zijn er in de VS verschillende agenten verspreid die op elk moment kunnen worden ingezet om een hack of cyberaanval te onderzoeken.
Daarnaast wordt er binnen de FBI gekeken of de cyberdivisie er anders moet uitzien dan andere divisies. Comey merkte op dat de FBI moeite heeft in het vinden van it-talent. Het is met name lastig om tegen bedrijven met "grote zakken geld" te concurreren. Er wordt daarom geëxperimenteerd met andere methodes om mensen te werven merkte hij op.
Comey ging ook in op het delen van informatie tussen overheid en bedrijven. Het grootste deel van het internet is in handen van bedrijven. "Maar dat houdt in dat alle slachtoffers, alle indicatoren van wat criminelen doen en zich bevinden in private handen is", merkte de FBI-directeur op. "Je houdt je zelf voor de gek als je denkt dat jullie en onze belangen niet in het verlengde van elkaar liggen", ging Comey verder. Het gaat dan bijvoorbeeld om bedrijven die cyberaanvallen niet rapporteren, maar zowel de FBI als andere bedrijven hebben er juist baat bij als er wel melding wordt gemaakt.
Als voorbeeld van een succesvolle samenwerking noemde de FBI-directeur de aanval van Noord-Korea op Sony. Volgens Comey had deze aanval veel erger kunnen zijn, ware het niet voor de relatie die Sony met de opsporingsdienst heeft. "We kenden de layout van hun netwerk, net zoals de brandweer de omgeving van een gebouw kent. Daardoor konden we snel ter plekke aan de slag." Volgens Comey is het dan ook belangrijk dat bedrijven met de FBI samenwerken.
Als laatste ging Comey ook nog in op het "going dark" fenomeen, waarbij encryptie ervoor zorgt dat de FBI gegevens niet kan onderzoeken. "Wij zijn dol op encryptie, ik ben dol op encryptie, ik hou van privacy op internet. Maar ik heb ook een verplichting vanwege mijn baan, namelijk het beschermen van onschuldige mensen tegen narigheid." Volgens Comey botsen op dit moment privacy en de openbare veiligheid met elkaar. Zo kan de FBI van de 2800 toestellen die in het laatste kwartaal van vorig jaar in beslag werden genomen van 43 procent de inhoud niet doorzoeken vanwege encryptie.
"Dat is een schaduw die over ons werk hangt", merkte Comey op. Het gaat dan met name om de aanwezigheid van sterke encryptie die standaard staat ingeschakeld. "We moeten het gesprek aangaan of dit een goed of slecht iets is. Wat zijn de voor- en nadelen hiervan." De FBI-directeur stelde dat er nooit een absoluut recht op privacy is geweest, tot nu toe. Volgens Comey is het niet aan bedrijven om deze beslissing te maken, maar moet het Amerikaanse volk zich hierover uit laten. Hij stelde verder dat de FBI geen voorstander van backdoors is, maar hij ook geen kant-en-klare oplossing heeft liggen. "Ik ben in ieder geval tegenstander van de opvatting dat het onmogelijk is om privacy en veiligheid goed te balanceren."
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.