Google-onderzoeker Tavis Ormandy heeft Windows Defender naar Linux geport, wat moet helpen bij het onderzoeken van het beveiligingsprogramma dat een standaardonderdeel van Windows is. Onlangs ontdekte Ormandy nog een zeer ernstig beveiligingslek in de engine waar Windows Defender en andere Microsoft-beveiligingssoftware gebruik van maken. Daardoor konden Windowssystemen zonder interactie van de gebruiker worden overgenomen.
Voor het vinden van kwetsbaarheden maken onderzoekers zoals Ormandy gebruik van fuzzing. Fuzzing is een populaire manier voor het vinden van bugs en kwetsbaarheden in software. Hierbij wordt een programma of een stuk software met allerlei datastromen bestookt, wat vervolgens tot crashes of fouten kan leiden. Die crashes kunnen vervolgens op onbekende beveiligingslekken wijzen.
Het gedistribueerd en schaalbaar fuzzen op Windows is volgens Ormandy een uitdaging en kan inefficiënt zijn. "Dit geldt met name voor beveiligingsproducten voor eindgebruikers", aldus de Google-onderzoeker. Om dit soort software te onderzoeken is het vaak nodig om volledig gevirtualiseerde Windowsomgevingen te starten en die vervolgens te fuzzen en zo gegevens te verzamelen.
"Dit is een kleiner probleem op Linux en ik heb ontdekt dat het porten van onderdelen van Windows-virusscanners naar Linux vaak mogelijk is", laat Ormandy weten. Hierdoor is het mogelijk om de code zonder al teveel overhead te draaien en is het eenvoudig om op te schalen. Via GitHub heeft Ormandy de port, waaronder ook de engine die Microsoft-beveiligingsproducten gebruiken, openbaar gemaakt.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.