Hoewel de impact van de WannaCry-ransomware in Nederland beperkt is gebleven onderstreept de uitbraak het belang van adequate wet- en regelgeving, zoals het wetsvoorstel Computercriminaliteit III regelt, zo heeft demissionair staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.
Dijkhoff meldt dat het Nationaal Cyber Security Center (NCSC) geen meldingen van besmettingen bij de Rijksoverheid en de vitale infrastructuur heeft ontvangen. "Weliswaar was er sprake van een besmetting bij Qpark die uitgebreid in de media behandeld is, doch dit incident heeft geenszins geresulteerd in maatschappelijke ontwrichting." Ondanks het uitblijven van een grootschalige impact in Nederland, is WannaCry volgens de staatssecretaris een krachtig signaal dat er zowel publiek als privaat serieuze aandacht voor cybersecurity nodig blijft.
Verder is een internationale aanpak in de opsporing van belang, merkt Dijkhoff op. Volgens de staatssecretaris laat de internationale impact van de aanval zien dat het digitale domein een internationale aanpak vergt. "In Europees verband hebben Europol en Eurojust hierbij een belangrijke rol. Daarnaast is een goede samenwerking tussen landen, ook landen buiten de EU, van essentieel belang, bijvoorbeeld in het kader van het Cybercrimeverdrag."
Tot slot onderstreept de uitbraak het belang van adequate wet- en regelgeving, gaat Dijkhoff verder. Het gaat dan om wetgeving om de digitale weerbaarheid van onder meer de vitale infrastructuren te versterken alsmede ervoor zorgen dat opsporingsdiensten over adequate opsporingsbevoegdheden beschikken. "In dat laatste voorziet het aan het parlement aangeboden wetsvoorstel Computercriminaliteit III", schrijft Dijkhoff (pdf).
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.