Vorig jaar is driekwart van alle cybercrimedelicten niet gemeld, zo stelt het CBS op basis van de Veiligheidsmonitor 2016, die eerder al in maart werd gepubliceerd. Volgens het CBS vonden er vorig jaar naar schatting 2,5 miljoen cybercrimedelicten plaats waar Nederlanders naar eigen zeggen slachtoffer van waren. Het gaat om identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en cyberpesten.
Ruim een kwart (27 procent) van deze delicten werd bij de politie of bij andere instanties gemeld. Dat is minder dan in 2012, toen 31 procent werd gemeld. Deze daling is geheel toe te schrijven aan de afname van het percentage meldingen bij andere instanties, aldus het CBS. Vooral het melden van identiteitsfraude bij banken of andere financiële instellingen is teruggelopen. Bij consumentenorganisaties werd koop- en verkoopfraude minder vaak gemeld. De meldingsbereidheid bij de politie is gelijk gebleven. Van slechts 8 procent van alle cybercrimedelicten werd in 2016 daadwerkelijk aangifte bij de politie gedaan. Het aandeel aangiften via internet is iets toegenomen.
De Veiligheidsmonitor (VM) is een jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheidsbeleving en slachtofferschap van criminaliteit. Voor het onderzoek is aan ruim tachtigduizend Nederlanders van 15 jaar of ouder gevraagd of ze slachtoffer zijn geweest van cybercrime en - zo ja - hoe vaak. Ook is gevraagd of slachtoffers dit gemeld hebben. Er werd in de enquête gekeken naar de delicten identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken, en cyberpesten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.