De overheid wil verkeerde adresregistraties in de Basisregistratie Personen (BRP) sneller signaleren om zo adresfraude tegen te gaan, zo heeft staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken in een brief (pdf) aan de Tweede Kamer laten weten. In Nederland vindt er elke tien minuten ergens een huisbezoek plaats om te controleren of inwoners ook echt wonen op het adres waar ze ingeschreven staan.
Vorig jaar heeft deze aanpak netto 1,3 miljoen euro opgeleverd door het stopzetten of terugvorderen van uitkeringen of toeslagen die ten onrechte waren verstrekt. Volgens Knops zijn steeds meer gemeenten bij de aanpak van adresfraude betrokken. Vorig jaar ging het om 164 gemeenten tegenover 225 gemeenten dit jaar. Samen controleren ze zo'n 15.000 adressen per jaar met huisbezoeken.
De gemeenten werken op basis van risicosignalen van de Belastingdienst, de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Sociale Verzekeringsbank (SVB), de politie, het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG). Indicatoren voor adresfraude zijn bijvoorbeeld retour gestuurde brieven, klachten over overbewoning of signalen over schijnverlating.
Uit onderzoek door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat 400.000 tot 550.000 adresregistraties niet overeenkomen met de feitelijke bewoning. Dat zijn ongeveer 550.000 tot 725.000 personen. De staatssecretaris stelt dat het daarom belangrijk is om te blijven werken aan de kwaliteit van de adressen in de Basisregistratie Personen. Hij erkent echter dat de BRP nooit 100 procent zal kloppen.
De staatssecretaris stelt verder dat de aanpak van adresfraude nu nog met name repressief is, door het achteraf opsporen van BRP-onjuistheden. In de toekomst zal de aanpak zich ook op preventie gaan richten. Wie zich in de toekomst registreert op een verkeerd adres zal sneller worden gesignaleerd, bij voorkeur direct bij registratie, aldus Knops.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.