Bewijs dat de FBI via het gebruik van malware verkreeg mag in een rechtszaak worden gebruikt, zo heeft een Amerikaanse rechter geoordeeld (pdf). De verdachte in de zaak kon worden aangehouden nadat de FBI een operatie tegen een kinderpornosite uitvoerde.
De website, die op het Tor-netwerk werd gehost, kwam in handen van de FBI. Om Tor-gebruikers die de website bezochten te kunnen identificeren kreeg de opsporingsdienst toestemming van een rechter om malware te gebruiken. De malware gaf het werkelijke ip-adres van de bezoekers door. Wereldwijd leidde de operatie tot meer dan 800 aanhoudingen. Eén van de verdachten die werd aangehouden was een Amerikaanse man. In zijn woning werd een harde schijf met kinderporno aangetroffen, zo meldt Courthouse News.
Volgens de man was het gebruik van de malware onrechtmatig en mag het bewijs dat hierdoor werd verkregen niet worden gebruikt. "Het gaf FBI-agenten de mogelijkheid om een grenzeloos sleepnet uit te gooien zonder geografische beperking. Federale wetgeving staat een rechter niet toe om doorzoekingen toe te staan van computers door het hele land of de wereld", aldus de man. Hij vroeg de rechter dan ook om het verkregen bewijsmateriaal niet in de rechtszaak toe te staan.
Verschillende rechters waren het met de man eens, maar de rechter van het Fourth Circuit was een andere mening toegedaan. Ze stelde dat de rechter de bevoegdheid had om de malware toe te staan, aangezien de servers waarop de website draaide binnen haar gerechtelijke jurisdictie stonden. Privacyorganisaties zijn echter verbolgen over de uitspraak van de rechter. "Geen enkele rechtbank zou een soortgelijk zoekbevel in de fysieke wereld overwegen", aldus burgerrechtenbeweging EFF en de National Association of Criminal Defense Attorneys in een amicus brief (pdf).
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.