Bij ruim 150 scholen zijn er technische aanpassingen aan hun leerlingvolgsysteem doorgevoerd zodat medewerkers niet meer standaard toegang tot de persoonsgegevens van alle leerlingen hebben. Het gaat om scholen die vallen onder de drie grote onderwijsorganisaties ASKO, BOOR en MOVARE.
De drie onderwijsorganisaties nemen een webbased leerlingvolgsysteem en leerling-administratiesysteem af waarmee de gegevens van meer dan 50.000 leerlingen worden verwerkt. Het systeem dat zij gebruiken is één van de meest gebruikte leerlingvolgsystemen door basis- en middelbare scholen. Via het systeem verwerken de scholen allerlei persoonsgegevens van leerlingen, zoals contactgegevens, burgerservicenummer (bsn), verzuimgegevens, studieresultaten en gegevens over hun gezondheid en welzijn.
Volgens de wet mogen niet meer mensen toegang hebben tot de persoonsgegevens van leerlingen dan noodzakelijk. Dat betekent dat niet standaard alle medewerkers toegang mogen hebben tot de gegevens van alle leerlingen. De werkzaamheden van leraren of invalkrachten hebben meestal geen betrekking op alle leerlingen. Pas als bijvoorbeeld een leerkracht of invalkracht invalt in een groep, hoort hij of zij toegang tot persoonsgegevens van de betreffende leerlingen te hebben.
Aanvankelijk hadden medewerkers van de scholen die vallen onder de drie onderwijsorganisaties toegang tot de persoonsgegevens van alle leerlingen van de school. Naar aanleiding van onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens zijn de onderwijsorganisaties in gesprek gegaan met het leerlingvolgsysteem over technische aanpassingen. Die hebben ertoe geleid dat de onderwijsorganisaties medewerkers nu alleen toegang geven tot gegevens die voor hen noodzakelijk zijn, zo laat de privacytoezichthouder vandaag weten.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.