Er zijn aanvullende privacywaarborgen nodig om de AIVD inlichtingendata met buitenlandse geheime diensten te laten delen, zo stelt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in een toezichtsrapport over multilaterale gegevensuitwisseling door de AIVD (pdf).
De inlichtingendienst deelt zowel met geheime diensten binnen als buiten Europa gegevens. De CTIVD stelt dat er een ontwikkeling gaande is gericht op het sneller en effectiever delen van persoonsgegevens. De samenwerking door de AIVD met inlichtingen- en veiligheidsdiensten van andere landen is de afgelopen jaren flink toegenomen. Tegen deze achtergrond heeft de CTIVD onderzoek gedaan naar de juridische grondslag van bepaalde samenwerkingsvormen en bekeken hoe de multilaterale samenwerking als geheel is ingericht en functioneert.
De CTIVD constateert dat er bij de onderzochte samenwerking tussen de AIVD en buitenlandse diensten nog onvoldoende waarborgen bestaan voor de bescherming van het individu bij de uitwisseling en verdere verwerking van gegevens. "Het is voor een rechtmatige gegevensuitwisseling door de AIVD van belang dat deze situatie niet blijft voortbestaan en dat het niveau van rechtsbescherming wordt versterkt", aldus de toezichthouder.
Tijdens het onderzoek ontdekte de CTIVD ook twee "structurele onrechtmatigheden". Zo bleek de AIVD geen risicoweging te maken aan de hand van de criteria die gelden voor de samenwerking met buitenlandse diensten en liet de inlichtingendienst niet weten hoe betrouwbaar de verstrekte gegevens waren. Daarnaast werd er een incidentele onrechtmatigheid aangetroffen. Zo bleek dat er vijf maanden lang geen toestemming van de minister van Binnenlandse Zaken was om ongeëvalueerde gegevens te verstrekken. Verder meldt de CTIVD dat het geen onrechtmatigheden heeft aangetroffen.
Het rapport werd op 7 februari door de CTIVD aan minister Ollongren van Binnenlandse Zaken aangeboden. Die besloot het rapport gisteren, na het referendum over de 'sleepwet', openbaar te maken. In de aanbestedingsbrief aan de Tweede Kamer schrijft de minister dat betrokken buitenlandse inlichtingendiensten bezwaar hebben tegen de openbaarmaking van een deel van de informatie in het rapport alsmede sommige van de conclusies van de Nederlandse toezichthouder. De CTIVD heeft daarop een beperkt deel van de informatie, op de conclusies na, verplaatst naar een "geheime bijlage". De buitenlandse geheime diensten hadden vervolgens nog steeds bezwaren. Toch besloot Ollongren om het rapport openbaar te maken. Verder laat de minister weten dat er maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de onrechtmatigheden niet meer voorkomen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.