De digitalisering van de Rechtspraak wordt minder ambitieus en maakt papierloos werken de prioriteit, zo heeft de Raad voor de rechtspraak aan minister Dekker voor Rechtsbescherming laten weten (pdf). De Rechtspraak is al enkele jaren bezig met de modernisering en digitalisering van juridische procedures.
Het digitaal procederen bleek echter meer tijd en geld te kosten dan van tevoren was gepland. In opdracht van de Raad voor de rechtspraak is het digitaliseringsprogramma door een onafhankelijke commissie onderzocht. De conclusie is dat de digitalisering van de Rechtspraak minder ambitieus wordt en zich zal gaan richten op het digitaal uitwisselen en beschikbaar stellen van gegevens over rechtszaken voor juridische professionals en rechtzoekenden. De prioriteit komt te liggen bij het realiseren van papierloos werken in de procesvoering. Dit moet de digitalisering eenvoudiger en beter beheersbaar maken.
De Rechtspraak zal met een plan komen om de digitale toegankelijkheid te verbeteren. Hiervoor wordt samengewerkt met de mensen die met de it-systemen gaan werken, zoals rechtspraakmedewerkers, professionals en instanties die vaak gerechtelijke procedures voeren en rechtzoekenden. Dit plan moet in het najaar gereed zijn. In de rechtsgebieden waarin al digitaal wordt geprocedeerd, blijft dit gewoon doorgaan.
De digitalisering op het terrein van strafrecht, gaat volgens planning door. Op het terrein van toezicht is in november 2017 de landelijke invoering van digitaal werken in bewindszaken gestart. Deze loopt volledig door in 2018. Komende maanden zal er een besluit worden genomen over de landelijke invoering van digitaal procederen in handelsvorderingen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.