Bij de ontwikkeling van het systeem waarmee burgers hun medische data zelf via hun eigen computer of smartphone kunnen beheren staat privacy centraal, zo heeft minister Bruins van Medische Zorg op Kamervragen van de SP laten weten.
De persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO), zoals het systeem heet, wordt door verschillende partijen ontwikkeld. Burgers kunnen straks in overleg met hun zorgverleners, zoals huisarts, ziekenhuis, fysiotherapeut of apotheek, bepalen welke gegevens in hun PGO komen. Deze gegevens zijn van de zorgverleners afkomstig. Vervolgens kan de burger zelf kiezen met welke andere zorgverleners hij de data wil delen. De overheid subsidieert de ontwikkeling met een bedrag van 3 miljoen euro.
Het programma MedMij stelt de eisen en voorwaarden waar een PGO aan moet voldoen. MedMij gaat zelf geen persoonlijke gezondheidsomgeving bouwen. Het is de bedoeling dat mensen straks gebruik kunnen maken van bestaande en nieuwe PGO's die aan de afspraken van MedMij voldoen. Het moet dan ook meer als een keurmerk worden gezien. "Onderdeel van het afsprakenstelsel is een uitvoerig toetsings- en auditproces zodat producten die het MedMij-keurmerk dragen met zekerheid voldoen aan de gestelde eisen", aldus Bruins.
SP-Kamerlid Hijink vroeg de minister om de bevestiging dat veiligheid en privacy belangrijker zijn dan de snelle oplevering van het systeem. Ook wilde Hijink weten hoe de privacybescherming gegarandeerd wordt en door wie wordt besloten of de privacy voldoende is gegarandeerd. Bruins antwoordt dat het afsprakenstelsel is ontwikkeld op basis van "privacy by design".
"Het programma MedMij werkt aan een afsprakenstelsel met daarin aanvullende waarborgen voor privacy en veiligheid in de informatie-uitwisseling en van systemen. Er wordt gewerkt volgens het Privacy by Design principe zoals bedoeld in de onder 5 toegelichte Algemene Verordening Gegevensbescherming. Dit houdt in dat bij de ontwikkeling van PGO’s rekening gehouden zal moeten worden met privacyverhogende maatregelen. Het afsprakenstelsel van het programma MedMij is en wordt juridisch getoetst", stelt Bruins.
PGO-leveranciers krijgen pas een keurmerk van MedMij als ze aan het afsprakenstelsel voldoen. "De leveranciers van de PGO’s zullen (blijven) moeten voldoen aan de privacywetgeving en blijven hiervoor ook zelf verantwoordelijk. De onafhankelijke toezichthouder - de Autoriteit Persoonsgegevens - bepaalt uiteindelijk of de privacy voldoende gegarandeerd is", antwoordt de minister verder (pdf).
Het MedMij-afsprakenstelsel maakt onderscheid tussen het toegankelijk maken van gegevens van een zorgaanbieder, zoals een ziekenhuis, en van een PGO. Dit heeft invloed op de manier van inloggen. Wanneer het om een zorgaanbieder gaat moet er met een middel worden ingelogd dat het Burgerservicenummer (BSN) kan verifiëren. Op dit moment is dat DigiD.
"Aan de persoonsdomeinkant (PGO) is het niet mogelijk DigiD te gebruiken aangezien een PGO geen BSN-gerechtigde organisatie betreft", laat Bruins weten. Voor het inloggen op de PGO wordt er dan ook gekeken naar leveranciers uit het bedrijfsleven. MedMij wil dat al deze leveranciers aan de NEN 7510-norm voldoen. Dit is een door het Nederlands Normalisatie-instituut ontwikkelde norm voor Informatiebeveiliging voor de zorgsector in Nederland.
Op dit moment vindt er een pilot met het systeem plaats die in de zomer moet zijn afgerond. Het systeem zelf zou volgend jaar beschikbaar moeten komen. Vorige week maakte MedMij nog bekend dat er inmiddels 21 bestaande persoonlijke gezondheidsomgevingen zijn. De echt uitgebreide PGO's waarmee mensen toegang tot de eigen gezondheidsgegevens hebben en die daarvandaan kunnen verzamelen, delen en beheren, komen later dit jaar op de markt.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.