De Europese Commissie wil dat het weer verplicht wordt om de vingerafdruk op de identiteitskaart op te slaan, maar het kabinet heeft twijfels over het nut en de noodzaak van de maatregel die fraude moet tegengaan. Ook wil het kabinet niet dat identiteitskaarten zonder vingerafdruk eerder worden uitgefaseerd.
Dat laat minister Blok van Buitenlandse Zaken in een brief aan de Tweede Kamer weten. Sinds 2014 worden er geen vingerafdrukken meer op de Nederlandse identiteitskaart opgeslagen. In april kwam de Europese Commissie met het plan om het opnemen van de vingerafdruk weer verplicht te stellen. Het voorstel moet nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de lidstaten.
De Commissie stelt dat de kwaliteit van reis- en identiteitsdocumenten per land sterk wisselt. Zo zijn er twee landen die nog papieren documenten in omloop hebben die eenvoudiger te vervalsen zijn dan de kunststof kaarten die de andere landen gebruiken. Wat betreft de aanpak van de identiteitskaarten in Europa werd er een impactanalyse uitgevoerd, waarbij verschillende opties voorbijkwamen.
Blok schrijft dat de Commissie in het uiteindelijke voorstel voor identiteitskaarten afwijkt van de voorkeursopties uit de impactanalyse. Er is namelijk gekozen voor het verplicht toevoegen van vingerafdrukken, in plaats van dit optioneel te laten zijn De Commissie stelt dat het alle reis-, identiteits- en verblijfsdocumenten gelijk wil trekken aan de functionaliteit van het paspoort.
Volgens de minister is het opnemen van vingerafdrukken een beslissing die niet licht moet worden genomen. "Daarbij moet een afweging plaatsvinden tussen mogelijke inbreuk op privacy van burgers (bij afname en opslag van vingerafdrukken op het document) in relatie tot het beoogde doel", zo laat hij weten. Als de opname van vingerafdrukken verplicht gaat worden zal de huidige Nederlandse identiteitskaart moeten worden aangepast om te voldoen aan de door de Commissie voorgestelde eisen .
De identiteitskaarten zonder vingerafdrukken moeten volgens het voorstel binnen vijf jaar na het in werking treden van de verordening zijn uitgefaseerd. "Gelet op de hoge kosten die daaruit voortvloeien en het gegeven dat controle nu nauwelijks plaatsvindt vraagt Nederland zich af of het noodzakelijk is om vingerafdrukken verplicht te stellen", aldus Blok.
Ook wordt er getwijfeld aan het nut van de maatregel. "Nederland plaatst echter een kanttekening bij de te behalen resultaten voor het tegengaan van fraude middels het plaatsen van vingerafdrukken op de ID-kaart. Gelet op de beperkte controles, het feit dat bij grensoverschrijding vooral gebruik wordt gemaakt van gezichtsherkenning en gelet op de kosten die verbonden zijn met het voorstel bij implementatie binnen 5 jaar staat dit niet in verhouding tot het nagestreefd doel van betere fraudebestrijding", schrijft de minister in de brief (pdf).
Het voorstel van de Europese Commissie heeft volgens Blok op verschillende manieren een financiële impact op Nederland. Het gaat dan om implementatiekosten, zoals het aanpassen van gebruikte ict-systemen, en de kosten voor het vervangen van identiteitskaarten zonder vingerafdruk. De implementatiekosten worden op 15 miljoen euro geschat, terwijl de vervangingskosten naar schatting 250 miljoen euro zullen bedragen. Nederland is dan ook voorstander om de implementatietermijn te verlengen tot 10 jaar zodat de vervangingskosten zich niet voortdoen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.