De Autoriteit Persoonsgegevens heeft bij Theodoor Gilissen Bankiers (TGB) een dwangsom van 48.000 euro ingevorderd wegens het overtreden van de privacywetgeving. TGB, dat inmiddels InsingerGilissen Bankiers heet, verleende effectendiensten aan een klant.
Deze klant vroeg de bank twee jaar geleden om een overzicht van de persoonsgegevens die de bank van hem had, waar die vandaan kwamen en met wie ze werden gedeeld. De bank verleende de klant echter geen inzage in de gevraagde gegevens, wat in strijd met de privacywetgeving is, aldus de Autoriteit Persoonsgegevens. De advocaat van de klant diende bij de toezichthouder een handhavingsverzoek in. De Autoriteit Persoonsgegevens deed vervolgens onderzoek en gaf de bank twee maanden de tijd om de gegevens alsnog te verstrekken.
Daarbij werd een dwangsom van 12.000 euro opgelegd voor elke week dat er niet aan het inzageverzoek werd gedaan, met een maximum van 60.000 euro. Vier weken nadat de termijn van de Autoriteit Persoonsgegevens was verstreken kreeg de klant een volledig overzicht van zijn gegevens. Dit was voor de toezichthouder aanleiding om eind 2017 een dwangsom van 48.000 euro in te vorderen. De bank maakte nog wel bezwaar tegen de hoogte van het bedrag en ging in beroep tegen het besluit van de AP op dit bezwaar. Nu meldt de toezichthouder dat de bank de 48.000 euro heeft betaald.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.