De massasurveillance die door de Britse inlichtingendiensten is uitgevoerd is onrechtmatig en schendt het recht op privacy en het recht op de vrijheid van meningsuiting zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zo stelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vandaag.
De rechtszaak was aangespannen door verschillende organisaties, waaronder Amnesty International, Liberty, Privacy International en Big Brother Watch, op basis van informatie die door klokkenluider Edward Snowden openbaar is gemaakt. Volgens de rechter hadden de Britse autoriteiten geen voldoende maatregelen getroffen om misbruik van massasurveillance te voorkomen. Zo ontbrak er bijvoorbeeld onafhankelijk toezicht. Tevens was de surveillance niet proportioneel en schendt massasurveillance het recht op de vrijheid van meningsuiting. Ook maakt het Hof zich zorgen dat onbeperkt spioneren een uitgebreid beeld van iemand geeft door zijn sociale netwerken, locatie, browsegeschiedenis, communicatiepatronen en contacten aan elkaar te koppelen (pdf).
Inmiddels is er in Groot-Brittannië nieuwe wetgeving voor surveillance opgesteld, maar hier heeft het Hof in het oordeel niet naar gekeken. Privacyorganisatie Big Brother Watch stelt dat het oordeel van het Hof voor verdere vragen zal zorgen over de waarborgen die in nieuwe wetgeving rond grootschalige surveillancebevoegdheden zijn getroffen. "In het licht van deze uitspraak is het nog duidelijker dat deze bevoegdheden niet aan de criteria voor proportionele surveillance voldoen en dat de Britse overheid ons recht op privacy blijft schenden", voegt Jim Killock toe, directeur van Open Rights Group.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.