Apple en Amazon ontkennen dat op moederborden van computerfabrikant Supermicro backdoors zijn aangetroffen die tijdens de productie zouden zijn toegevoegd, zoals persbureau Bloomberg vandaag laat weten. Volgens anonieme bronnen en functionarissen was er een kwaadaardige, door het Chinese leger ontwikkelde microchip aan de moederborden toegevoegd die als backdoor fungeert, waardoor aanvallers op afstand toegang tot het systeem kunnen krijgen.
De aangepaste servers zouden bij bijna 30 bedrijven zijn aangetroffen, waaronder een grote bank, leveranciers van de Amerikaanse overheid, Amazon en Apple. Drie insiders bij Apple verklaren tegenover Bloomberg dat er in de zomer van 2015 kwaadaardige chips op de moederborden van Supermicro waren aangetroffen. Een jaar later verbrak Apple de relatie met Supermicro, maar dat zou hier niets mee te maken hebben.
Naast Apple en Amazon stelt ook Supermicro dat het verhaal van Bloomberg onjuist is. Het persbureau laat echter weten dat het met zes voormalige en huidige veiligheidsfunctionarissen heeft gesproken die het bestaan van de chip bevestigen en dat de Amerikaanse overheid een onderzoek heeft ingesteld. Het onderzoek is nog altijd niet afgerond. In totaal zouden 17 mensen de aanwezigheid van de backdoor-chip hebben bevestigd. Het gaat hier echter om allemaal anonieme bronnen.
Apple stelt dat het zeer teleurgesteld is in Bloomberg. "De journalisten van Bloomberg stonden niet open voor de mogelijkheid dat hun bronnen het verkeerd hadden of verkeerd geïnformeerd waren. We denken dat ze hun verhaal verwarren met een eerder gemeld incident uit 2016, waarin we een besmette driver op een enkele Supermicro-server in één van onze labs ontdekten. Deze eenmalige gebeurtenis bleek per ongeluk te zijn en was geen gerichte aanval tegen Apple", aldus het bedrijf tegenover CNBC.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.