Nederlandse provincies hebben vorig jaar 91 datalekken bij de Autoriteit Persoonsgegevens gemeld. Bijna een verdubbeling ten opzichte van 2017 toen het nog om 52 gemelde datalekken ging. Het gaat dan bijvoorbeeld om een medewerker van personeelszaken die de salarisgegevens van 180 medewerkers van de provincie Friesland naar tien managers stuurde.
Dit blijkt uit onderzoek van Reporter Radio in samenwerking met dagblad De Limburger, de Leeuwarder Courant en Omroep Gelderland. Friesland was vorig jaar met zestien gemelde datalekken koploper, gevolgd door (Noord-Brabant 14) en Drenthe (13). Zeeland (1) en Gelderland (2) staan onderaan de lijst.
Limburg informeerde de Autoriteit Persoonsgegevens zes keer over een datalek. De datalekken hadden op 2500 mensen betrekking, terwijl dat er een jaar eerder nog enkele honderden waren. Dit kwam mede door het verlies van een paar werktelefoons waar standaard veel contactgegevens in staan. Gedeputeerde Ger Koopmans stelt dat dit soort datalekken nooit helemaal zijn te voorkomen. "Zeker niet in een omgeving waarin met veel persoonsgegevens wordt gewerkt. De devices worden na verlies of diefstal onmiddellijk op afstand gewist."
De Autoriteit Persoonsgegevens noemt de verschillen tussen de provincies opmerkelijk. Wat ook opvalt is een stijging van het aantal geregistreerde datalekken, maar dat er minder bij de toezichthouder wordt gemeld. Vorig jaar werd 26 procent van de datalekken gemeld tegenover 46 procent een jaar eerder. "Uit de informatie van het Wob-verzoek ontstaat de indruk dat sommige datalekken ten onrechte niet zijn gemeld bij de AP. Alleen als vaststaat dat informatie versleuteld is hoeft een datalek niet gemeld te worden", aldus Reporter Radio.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.