De Amerikaanse drugsbestrijdingsdienst DEA heeft wachtwoordmanager LastPass om de wachtwoorden van een gebruiker gevraagd, alsmede ip-adressen en adresgegevens. Dat blijkt uit gerechtelijke documenten waarover zakenblad Forbes bericht (pdf).
LastPass is een populaire wachtwoordmanager die gebruikers hun wachtwoorden in de cloud laat opslaan. Een gebruiker van de dienst wordt verdacht van online drugshandel en de DEA eiste dat LastPass informatie over hem zou verstrekken. De verdachte werd vorig jaar mei aangehouden. Zowel op zijn mobiele telefoon als computer was LastPass geïnstalleerd. Daarbij wisten de onderzoekers de encryptie van zijn "CyberPowerPC" te omzeilen, maar verdere details worden hierover niet gegeven.
Om toegang tot de in LastPass opgeslagen wachtwoorden te krijgen is een hoofdwachtwoord vereist. Aangezien dit wachtwoord niet op de apparatuur werd aangetroffen en de verdachte het niet verstrekte besloot de DEA via een gerechtelijk bevel bij LastPass aan te kloppen. De drugsbestrijdingsdienst eiste inloggegevens, ip-adressen en adresgegevens, alsmede communicatie tussen de gebruiker en LogMeIn, de eigenaar van LastPass
LastPass verstrekte geen wachtwoorden, maar wel ip-adressen waarmee er op het LastPass-account was ingelogd, alsmede wanneer het account was aangemaakt en voor het laatst gebruikt. LastPass laat op de eigen website weten dat het hoofdwachtwoord op de computer van gebruikers wordt gehasht, en deze hash op de servers wordt opgeslagen. "De enige manier om het wachtwoord te ontsleutelen is aan de kant van de gebruiker", aldus een woordvoerder. LastPass, dat naar eigen zeggen zo'n 17 miljoen gebruikers heeft, zou jaarlijks minder dan tien verzoeken om toegang tot dergelijke gegevens krijgen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.