Bij het gebruik van bodycams door de politie moet de privacy van burgers en informatievoorziening naar hen toe niet worden vergeten, zo stelt de Nationale ombudsman. De ombudsman doet sinds 2017 oriënterend onderzoek naar het gebruik van bodycams door de politie.

Daarbij wordt er onder andere gekeken naar de informatievoorziening aan de burger, de privacy en de bewaartermijnen van de beelden. In de contacten met de politie en het ministerie heeft de ombudsman hier aandacht voor gevraagd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag wie bepaalt welke opnames worden bewaard en voor hoe lang.

Om de privacy van burgers te beschermen maakt de politie alleen opnames op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn. "In de praktijk blijkt dat niet altijd goed uitvoerbaar. Als een situatie uit de hand loopt, kan het juist belangrijk zijn de opname door te laten lopen, ook wanneer dat in een woning van een burger gebeurt", merkt de ombudsman op.

Politieagenten worden getraind om met de bodycam om te gaan. Uit recent onderzoek van de politie in samenwerking met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de Politieacademie blijkt dat een deel van de agenten onbekend is met de regels voor het gebruik van de bodycam. De ombudsman zegt dan ook de ontwikkelingen rondom het gebruik van bodycams te zullen volgen. De politie maakte vorige week bekend dat er tweeduizend bodycams worden aangeschaft.